ECLI:NL:GHARL:2014:3453
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.D.S.L. Bosch
- I.A. Vermeulen
- G.K. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen na scheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van een vader om gezamenlijk gezag over zijn twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, stelde dat de belangen van de kinderen beter gewaarborgd zouden zijn als hij samen met de moeder het gezag zou uitoefenen. De moeder en haar stiefvader hadden eerder gezamenlijk gezag aangevraagd, wat door de rechtbank was toegewezen. De vader voerde aan dat de communicatie met de moeder verslechterd was en dat hij buitenspel werd gezet, wat de belangen van de kinderen zou schaden.
Het hof oordeelde dat, hoewel het verzoek van de moeder en de stiefvader als eerste was ingediend, het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag als eerste moest worden beoordeeld, gezien de wettelijke voorkeurspositie van de biologische ouder. Het hof concludeerde echter dat de communicatie tussen de ouders zo slecht was dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders als zij gezamenlijk gezag zouden uitoefenen. Daarom werd het verzoek van de vader afgewezen.
Vervolgens beoordeelde het hof het verzoek van de moeder en de stiefvader om gezamenlijk gezag. Het hof oordeelde dat aan de formele vereisten was voldaan en dat er geen gegronde vrees bestond dat de belangen van de kinderen zouden worden verwaarloosd. De moeder en de stiefvader hadden de kinderen al geruime tijd samen verzorgd en opgevoed. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank en stelde vast dat de moeder de vader op regelmatige basis op de hoogte zal houden van de ontwikkeling van de kinderen. De vader behoudt zijn recht op omgang en informatie.