Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Welzijn Veenendaal,
Stichting Vitras/CMD,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
1. Begripsbepalingen
deze, eerder aan SWV gegunde en door haar uitgevoerde, opdracht thans is gegund aan Vitras, zodat Vitras niet gehouden is om op basis van artikel 11.4 lid 1 CAO de boventallige werknemers van SWV een arbeidsovereenkomst aan te bieden en loon te betalen. Gelet hierop behoefde het tweede geschilpunt tussen partijen (te weten: wat moet onder “benodigd” worden verstaan) geen beoordeling meer.
de werknemer(cursivering hof) die met dreigend ontslag wordt geconfronteerd etc), temeer daar deze versie van de CAO niet algemeen verbindend is verklaard.
wet CAOwet op de collectieve arbeidsovereenkomst voorzien in de mogelijkheid om in een geval als dit (werkgever: werkgever) nakoming van de CAO te vorderen. Dit neemt echter niet weg dat SWV terzake van een vermeende schending van artikel 11.4 van de CAO in rechte tegen Vitras kan optreden; SWV heeft immers een zelfstandig belang bij de juiste naleving door Vitras van artikel 11.4 van de CAO. Dit artikel tracht immers de nadelige gevolgen van het verliezen van een overheidsopdracht (ook) voor de oorspronkelijke werkgever te verzachten (het niet behoeven doorbetalen van loon/wachtgeld) door te voorzien in het aanbieden van een nieuw dienstverband aan (een deel van) het boventallig geworden personeel. Een niet juiste naleving van deze regels door Vitras kan onder omstandigheden onrechtmatig handelen jegens SWV opleveren.
5.Slotsom
€ 894,-(1 punt x tarief II)