Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant sub 1],
[appellante sub 2],
[appellante sub 3],
[appellante sub 4],
1.[geïntimeerde sub 1],
[geïntimeerde sub 2],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep inzake de vastlegging van een reguliere pachtovereenkomst. De zaak is voortgevloeid uit een eerder arrest van 3 december 2013, waarin het hof al had geoordeeld dat er een reguliere pachtovereenkomst moest worden vastgelegd voor een perceel grond. De appellanten, bestaande uit vier personen, hebben in januari 2014 laten weten af te zien van verdere bewijslevering. Het hof heeft vervolgens opnieuw arrest bepaald.
Het hof herinnert eraan dat in het tussenarrest al was beslist dat de pachtovereenkomst een overeengekomen pachtprijs van € 431,97 per hectare vanaf 1978 tot en met 2007 en van € 931,61 per hectare vanaf 2008 zou bevatten. Aangezien de appellanten van hun bewijslevering hebben afgezien, heeft het hof besloten dat de reguliere pachtovereenkomst voor onbepaalde tijd moet worden vastgelegd tussen de appellanten als verpachters en één van de geïntimeerden als pachter, met een ingangsdatum van 1 april 1978.
Het hof heeft het bestreden vonnis van de rechtbank Roermond, sector kanton, vernietigd, behoudens de beslissing omtrent de proceskosten. De vordering van de appellanten in eerste aanleg was gericht op de vastlegging van een geliberaliseerde pachtovereenkomst, maar het hof heeft geoordeeld dat dit niet aan de orde was. De kosten van het hoger beroep zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het arrest is op 15 april 2014 in het openbaar uitgesproken.