ECLI:NL:GHARL:2014:3094

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 april 2014
Publicatiedatum
15 april 2014
Zaaknummer
200.096.385
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vastlegging van reguliere pachtovereenkomst en proceskostencompensatie in hoger beroep

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep inzake de vastlegging van een reguliere pachtovereenkomst. De zaak is voortgevloeid uit een eerder arrest van 3 december 2013, waarin het hof al had geoordeeld dat er een reguliere pachtovereenkomst moest worden vastgelegd voor een perceel grond. De appellanten, bestaande uit vier personen, hebben in januari 2014 laten weten af te zien van verdere bewijslevering. Het hof heeft vervolgens opnieuw arrest bepaald.

Het hof herinnert eraan dat in het tussenarrest al was beslist dat de pachtovereenkomst een overeengekomen pachtprijs van € 431,97 per hectare vanaf 1978 tot en met 2007 en van € 931,61 per hectare vanaf 2008 zou bevatten. Aangezien de appellanten van hun bewijslevering hebben afgezien, heeft het hof besloten dat de reguliere pachtovereenkomst voor onbepaalde tijd moet worden vastgelegd tussen de appellanten als verpachters en één van de geïntimeerden als pachter, met een ingangsdatum van 1 april 1978.

Het hof heeft het bestreden vonnis van de rechtbank Roermond, sector kanton, vernietigd, behoudens de beslissing omtrent de proceskosten. De vordering van de appellanten in eerste aanleg was gericht op de vastlegging van een geliberaliseerde pachtovereenkomst, maar het hof heeft geoordeeld dat dit niet aan de orde was. De kosten van het hoger beroep zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het arrest is op 15 april 2014 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

Locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.096.385
(zaaknummer rechtbank Roermond, sector kanton, locatie Roermond 290687)
arrest van de pachtkamer van 15 april 2014
inzake

1.[appellant sub 1],

2.
[appellante sub 2],
3.
[appellante sub 3],
4.
[appellante sub 4],
allen wonende te [woonplaats],
appellanten,
hierna: gezamenlijk [appellanten] en afzonderlijk respectievelijk [appellant sub 1], [appellante sub 2], [appellante sub 3] en [appellante sub 4],
advocaat: mr. M.Th.M. Zusterzeel,
tegen:

1.[geïntimeerde sub 1],

2.
[geïntimeerde sub 2],
beiden wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
hierna: gezamenlijk [geïntimeerden] en afzonderlijk respectievelijk [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2],
advocaat: mr. J.E. Brands.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding tot aan het arrest van 3 december 2013 (hierna: het tussenarrest), verwijst het hof naar dat arrest.
1.2
Bij grief van 31 januari 2014 heeft de advocaat van[appellanten] laten weten dat zijn cliënten afzien van verdere bewijslevering.
1.3
Vervolgens heeft het hof andermaal arrest bepaald.

2.Voortgezette motivering van de beslissing in hoger beroep

2.1
Het hof roept in herinnering dat bij het tussenarrest reeds is beslist dat met betrekking tot het perceel […] vastlegging van een reguliere pachtovereenkomst dient te volgen, met een overeengekomen pachtprijs van € 431,97 per hectare vanaf 1978 tot en met 2007 en van € 931,61 per hectare vanaf 2008. Met betrekking tot de vraag wie partijen bij de overeenkomst zijn en de overeengekomen duur heeft het hof aan [appellanten] bewijs opgedragen.
2.2
Nu [appellanten] van dat bewijs hebben afgezien, dient vastlegging te volgen van (overeenkomstig het standpunt van [geïntimeerden]) een reguliere pachtovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen [appellante sub 2], [appellante sub 3] en [appellante sub 4] als verpachters en [geïntimeerde sub 1] als pachter. De overeenkomst is volgens hetgeen tussen partijen vaststaat in 1978 ingegaan, naar het hof veronderstelt vanaf het begin van het weide- en groeiseizoen. Het hof zal als ingangsdatum daarom vastleggen 1 april 1978.
2.3
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd, behoudens wat betreft de beslissing omtrent de proceskosten. De vordering van [appellanten] strekte in eerste aanleg onder meer tot vastlegging van een geliberaliseerde pachtovereenkomst, en niet mede van een reguliere pachtovereenkomst. De kosten van het hoger beroep zal het hof compenseren, aldus dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de pachtkamer van de rechtbank Roermond, sector kanton, locatie Roermond, van 12 april 2011, behalve wat betreft de beslissing omtrent de proceskosten, en doet in zoverre opnieuw recht;
legt vast een reguliere pachtovereenkomst tussen[appellante sub 2], [appellante sub 3] en [appellante sub 4] als verpachters en [geïntimeerde sub 1] als pachter met betrekking tot het perceel kadastraal bekend gemeente [gemeente], sectie O, nummer 13, ter grootte van 1.43.90 ha (perceel […]), ingaande 1 april 1978, voor onbepaalde tijd en met een overeengekomen pachtprijs van € 431,97 per hectare vanaf 1978 tot en met 2007 en van € 931,61 per hectare vanaf 2008;
wijst af het meer of anders gevorderde;
bekrachtigt genoemd vonnis wat betreft de beslissing omtrent de proceskosten;
compenseert de kosten van het hoger beroep aldus dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
draagt aan de griffier op om overeenkomstig het vijfde lid van artikel 1019t Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de grondkamer drie gewaarmerkte afschriften van dit arrest te zenden.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.L. Valk, G.P.M. van den Dungen en M.F.J.N. van Osch en de deskundige leden ing. L.L.M. de Lorijn en ir. H.K.C. Roelofsen, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 april 2014.