Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De ontvankelijkheid
4.De proceskosten
€ 1.788,-(2 punten x tarief II € 894,-)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarin hem het recht op omgang met zijn minderjarige kind is ontzegd en de vrouw alleen met het gezag over het kind is belast. De man heeft op 12 april 2013 hoger beroep ingesteld, maar heeft het griffierecht niet tijdig betaald. Het hof constateert dat de man het griffierecht pas op 17 juni 2013 heeft betaald, wat niet binnen de wettelijke termijn van vier weken na indiening van het beroepschrift is. Hierdoor is de man in beginsel niet-ontvankelijk in zijn verzoek, tenzij het hof toepassing geeft aan de hardheidsclausule van artikel 282a, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het hof heeft besloten om deze clausule toe te passen, gezien de aard van de procedure en het belang van de minderjarige.