Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoekster],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep na verwijzing
23 augustus 2013 met bijlagen;
2.De vaststaande feiten
2 februari 2011 te vernietigen en opnieuw beslissende primair te bepalen dat de omgangsregeling tussen de ouders en [kind] zoals die voor de schriftelijke aanwijzing van 18 november 2010 gold, gecontinueerd wordt en subsidiair de beschikking van 2 februari 2011 te bekrachtigen wat betreft de vader maar voor de moeder een gunstiger omgangsregeling met [kind] vast te stellen dan de stichting heeft gedaan. De stichting heeft verzocht de ouders niet-ontvankelijk te verklaren, althans het hoger beroep ongegrond te verklaren en de ouders in de proceskosten te veroordelen. Bij beschikking van 12 september 2011 heeft het hof Leeuwarden het verzoek van de ouders in hoger beroep afgewezen en bepaald dat iedere partij de eigen kosten van het geding draagt.
3.De motivering van de beslissing
18 april 2011. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat de ouders inmiddels uit het gezag over [kind] zijn ontheven, gelet op art. 1:377a lid 1 BW.”.