Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 25 november 2013. De terbeschikkinggestelde, die in FPC verblijft, had beroep ingesteld tegen het bevel tot verpleging van overheidswege. Het hof oordeelde dat het voldoende voorgelicht was om te beslissen op het ingediende beroep. De stelling van de terbeschikkinggestelde dat er nader multidisciplinair advies moest worden ingewonnen, werd verworpen. De wet vereist dit niet, en de noodzaak voor een onafhankelijk rapport werd niet aangetoond. Het hof overwoog dat de terbeschikkinggestelde in het verleden incidenten had vertoond, maar dat de behandeling de afgelopen drie maanden voorspoedig was verlopen zonder dwangmaatregelen. De raadsman van de terbeschikkinggestelde had betoogd dat de omzetting van de maatregel disproportioneel was en dat eerdere gedragskundige rapportages niet meer relevant waren. Het openbaar ministerie stelde dat er een hoog risico op schending van voorwaarden bestond en dat er een kader van structuur en begeleiding nodig was. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en wees het verzoek om nadere rapportage af, met de conclusie dat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld.