Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[jeugdige].
achttien maanden.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 24 december 2013. De zaak betreft een jeugdige die is geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] en verblijft in [kliniek]. De rechtbank had eerder de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen verlengd tot 1 maart 2014 en een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel met ingang van die datum voor de duur van twaalf maanden opgelegd. Het hof heeft de zaak beoordeeld in het licht van de overgangsregeling van de Wet van 13 december 2010, die van toepassing is omdat de feiten waarvoor de maatregel is opgelegd, zijn gepleegd voor de inwerkingtreding van de wetswijziging op 1 juli 2012.
Het hof heeft vastgesteld dat de oude artikelen van het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn, waardoor een voorwaardelijke beëindiging niet mogelijk is. De jeugdige, die lijdt aan een autistisch spectrum stoornis en antisociale kenmerken, verkeert in een situatie waarin zijn behandeling stagneert door zijn rigiditeit en verzet. De kliniek adviseert om de maatregel voor achttien maanden te verlengen, gezien het hoge recidivegevaar zonder de structuur van de maatregel.
Het hof heeft de argumenten van de jeugdige en zijn raadsman, die pleiten voor beëindiging van de maatregel, en het standpunt van het openbaar ministerie, dat de verlenging noodzakelijk is voor de veiligheid van de maatschappij, in overweging genomen. Uiteindelijk heeft het hof besloten de beslissing van de rechtbank te vernietigen en de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen te verlengen voor de duur van achttien maanden, met als doel de jeugdige voor te bereiden op een gestructureerde terugkeer in de samenleving.