In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door Intertaste B.V. tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter. De zaak betreft een ontslag op staande voet van een werknemer, [geïntimeerde], die als proces operator werkzaam was bij Intertaste. De werknemer was ontslagen na herhaaldelijke waarschuwingen voor het niet correct uitvoeren van controles en het invullen van foutieve gegevens in het HAI-registratiesysteem. Het hof heeft de feiten uit de eerdere uitspraak van de kantonrechter overgenomen en beoordeeld of het ontslag rechtsgeldig was. Het hof oordeelt dat Intertaste voldoende redenen had om het ontslag te rechtvaardigen, gezien de ernst van de verweten gedragingen en het belang van voedselveiligheid. Het hof concludeert dat het ontslag onverwijld is gegeven en dat de persoonlijke omstandigheden van de werknemer niet opwegen tegen de redenen voor het ontslag. Het hof vernietigt de eerdere uitspraak van de kantonrechter en wijst de vorderingen van de werknemer af, waarbij hij in de proceskosten wordt veroordeeld.