Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[naam terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 24 december 2013. De terbeschikkinggestelde, die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken, had verzocht om voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het hof oordeelde dat het recidiverisico zodanig was teruggebracht dat het verantwoord was om in te stemmen met de voorwaardelijke beëindiging, onder bepaalde voorwaarden. De terbeschikkinggestelde had ingestemd met deze voorwaarden tijdens de zitting op 13 maart 2014. Het hof benadrukte het belang van het doorbreken van de impasse in het behandel- en resocialisatietraject, zodat verdere stappen gezet konden worden. De voorwaardelijke beëindiging gaat in op 15 juli 2014, de datum waarop de terbeschikkinggestelde kan worden geplaatst in de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) van GGZ Palier.
Het hof heeft de relevante stukken en adviezen in overweging genomen, waaronder het advies van de reclassering en de kliniek. De terbeschikkinggestelde had positieve ontwikkelingen doorgemaakt, maar er waren ook zorgen over zijn middelengebruik en de haalbaarheid van de voorwaarden. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de verpleging van overheidswege beëindigd, onder strikte voorwaarden die gericht zijn op begeleiding en toezicht. De voorwaarden omvatten onder andere medewerking aan reclasseringstoezicht, het nakomen van behandelafspraken, en het onthouden van alcohol- en druggebruik. Het hof heeft de GGZ Reclassering Palier opgedragen om de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden te ondersteunen.