ECLI:NL:GHARL:2014:2775

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 maart 2014
Publicatiedatum
7 april 2014
Zaaknummer
P14-63
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde met persoonlijkheidsstoornis en recidiverisico

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 24 december 2013. De terbeschikkinggestelde, die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken, had verzocht om voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het hof oordeelde dat het recidiverisico zodanig was teruggebracht dat het verantwoord was om in te stemmen met de voorwaardelijke beëindiging, onder bepaalde voorwaarden. De terbeschikkinggestelde had ingestemd met deze voorwaarden tijdens de zitting op 13 maart 2014. Het hof benadrukte het belang van het doorbreken van de impasse in het behandel- en resocialisatietraject, zodat verdere stappen gezet konden worden. De voorwaardelijke beëindiging gaat in op 15 juli 2014, de datum waarop de terbeschikkinggestelde kan worden geplaatst in de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) van GGZ Palier.

Het hof heeft de relevante stukken en adviezen in overweging genomen, waaronder het advies van de reclassering en de kliniek. De terbeschikkinggestelde had positieve ontwikkelingen doorgemaakt, maar er waren ook zorgen over zijn middelengebruik en de haalbaarheid van de voorwaarden. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de verpleging van overheidswege beëindigd, onder strikte voorwaarden die gericht zijn op begeleiding en toezicht. De voorwaarden omvatten onder andere medewerking aan reclasseringstoezicht, het nakomen van behandelafspraken, en het onthouden van alcohol- en druggebruik. Het hof heeft de GGZ Reclassering Palier opgedragen om de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden te ondersteunen.

Uitspraak

TBS P14/0063
Beslissing d.d. 27 maart 2014
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [FPC].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 24 december 2013, strekkende tot afwijzing van het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, en tegen alle tussenbeslissingen.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- de uitspraak van Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 november 2003, waarbij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege werd opgelegd;
- het verlengingsadvies van de [FPC] van 15 juli 2013;
- de vordering van de officier van justitie, ingekomen op 9 augustus 2013;
- het proces-verbaal van het onderzoek ter zitting in eerste aanleg van 20 september 2013;
- de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 4 oktober 2013;
- het maatregelenrapport van 3 december 2013 van Palier;
- het proces-verbaal van het onderzoek ter zitting in eerste aanleg van 12 december 2013;
- de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 24 december 2013;
- de aanvullende informatie van [FPC] van 10 maart 2014, met als bijlage de wettelijke aantekeningen over kwartaal 1 tot en met 4 van 2013;
- het aanvullende maatregelenrapport van 7 maart 2014 van Palier;
- de door de raadsman overgelegde pleitnota.
Het hof heeft ter zitting van 13 maart 2014 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. van Reydt, advocaat te Amsterdam, en de advocaat generaal mr. J.F.C. Janssen.

Overwegingen:

Omvang van het beroep
Blijkens de akte van 30 december 2013 is het hoger beroep gericht tegen de beslissing van 24 december 2013 alsmede tegen alle eventuele tussenbeslissingen. Nu de raadsman ter zitting heeft meegedeeld dat het hoger beroep uitsluitend gericht is tegen de afwijzing van het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege verstaat het hof het hoger beroep aldus en is derhalve de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 4 oktober 2013 waarbij de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar is verlengd, niet aan het oordeel van het hof onderworpen.
Het advies van de kliniek
De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met een persoonlijkheidsstoornis NAO met antisociale en narcistische trekken. Dit uit zich onder andere in impulsief gedrag, waarbij de eigen behoeftebevrediging voorop staat. De terbeschikkinggestelde heeft een beperkt empathisch vermogen. Hij bagatelliseert de door hem gepleegde delicten evenals zijn softdruggebruik. Wanneer hij op zijn gedrag aangesproken wordt, reageert hij doorgaans gekrenkt en met passieve agressie. Hij neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn gedrag maar legt deze bij de ander. De terbeschikkinggestelde heeft niet het vermogen om spanningen te hanteren en problemen op een adequate manier op te lossen. Met betrekking tot zijn levensonderhoud profiteert hij van anderen. Op het moment dat de zaken anders lopen dan de terbeschikkinggestelde zelf wil, heeft hij de neiging de medewerking aan de behandeling op te zeggen. Op de korte termijn en binnen het kader van begeleid verlof wordt het recidivegevaar van het indexdelict als laag geschat. Het risico op een ontvluchting tijdens een verlof wordt groter geacht dan de kans op recidive van het indexdelict. Het recidivegevaar bij een hypothetisch ontslag zonder enige vorm van begeleiding of toezicht, wordt als matig tot hoog ingeschat.
Uit het aanvullend advies van 10 maart 2014 blijkt dat het Advies Verlof Toetsingscommissie (AVT) wederom een aanvraag tot begeleid verlof heeft afgewezen. De terbeschikkinggestelde is na een positief bevonden intake bij FPA Palier geaccepteerd. De kliniek verwijst naar het maatregelenrapport van de reclassering waarin de reclassering de voorkeur uitspreekt voor een regulier resocialisatietraject waarbij de terbeschikkinggestelde de diverse verlofstadia doorloopt waarbij de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege uiteindelijk voorwaardelijk zal beëindigen. Na de beslissing waarvan beroep is sprake geweest van een terugval in middelengebruik en motivatie. De terbeschikkinggestelde blijft wel in goed contact met sociotherapie en er is geen sprake van agressie of anderszins ontregelend gedrag. Vanaf januari 2014 is een daling te zien in het thc-gehalte bij de urinecontroles. Een derde aanvraag tot verlof zal worden ingediend nadat gedurende twee maanden de urinecontroles consistent negatief zijn, maar daarbij zal het tonen van commitment aan de behandeling en inzet bij de afdelingsactiviteiten een vanzelfsprekende voorwaarde zijn.
Het advies van Palier Den Haag
De reclassering geeft in haar rapport van 3 december 2013 de voorkeur aan een resocialisatietraject via transmuraal en proefverlof en adviseert de verpleging van overheidswege niet voorwaardelijk te beëindigen. De reclassering heeft desalniettemin, voor het geval de rechter toch de verpleging van overheidswege voorwaardelijk wenst te beëindigen voorwaarden geformuleerd. De reclassering heeft daarbij de voorkeur uitgesproken om de voorwaardelijke beëindiging in te laten gaan op de dag van opname op de FPA van GGZ Palier. De reclassering heeft in haar aanvullend rapport van 7 maart 2014 haar eerdere standpunt gehandhaafd. De reclassering heeft contact gehad met de FPA van GGZ Palier en ook daar bestaat een voorkeur voor plaatsing in het kader van transmuraal verlof omdat de terbeschikkinggestelde gebaat is bij een 'lik-op-stuk'-beleid en dit is beter te realiseren bij een transmuraal verlof. De FPA heeft tevens aangegeven dat, indien het hof besluit tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, de terbeschikkinggestelde ook in dat kader in de FPA opgenomen kan worden. Daarbij wordt aangetekend dat er van uit kan worden gegaan dat terbeschikkinggestelde de voorwaarden zal overtreden, bijvoorbeeld door verdovende middelen te gebruiken, waardoor de reële kans bestaat op mislukking van dit traject. De terbeschikkinggestelde kan per 15 juli 2014 in de FPZ van GGZ Palier worden geplaatst.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
Het AVT heeft tot driemaal toe een verlofaanvraag afgewezen en gaat daarbij voorbij aan de opmerking in de beslissing van het hof van 6 februari 2012 dat het hof het van groot belang acht dat de terbeschikkinggestelde zo snel als mogelijk weer kan oefenen met vrijheden en dat daarvoor de verloven spoedig zullen worden hervat. De impasse die in de behandeling is ontstaan, kan thans in redelijkheid niet voor rekening van de terbeschikkinggestelde komen. Sinds vorig jaar heeft hij blijkens het verlengingsadvies van 13 december 2013 louter positieve ontwikkelingen doorgemaakt. Meer dan die ontwikkelingen kunnen niet van hem verwacht worden. Het recidivegevaar wordt in het kader van begeleid verlof als laag ingeschat. De terbeschikkinggestelde kan als alternatief per 15 juli 2014 geplaatst worden op de FPA van Palier onder de voorwaarden zoals die in het maatregelrapport van 7 maart 2014 zijn geformuleerd. Het middelengebruik kan binnen het kader van een transmuraal verlof voldoende worden beperkt. Bovendien blijkt niet van een relatie tussen het middelen gebruik en delict gerelateerd gedrag. Het voorkomen van terugval in middelengebruik moet niet te veel als doel op zichzelf worden gezien, maar steeds in relatie tot het recidivegevaar. Het recidiverisico kan bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voldoende worden afgedekt. De raadsman heeft het hof verzocht de terbeschikkingstelling te beëindigen onder de voorwaarden zoals door Palier is geformuleerd.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De terbeschikkinggestelde zal eerst aan zijn alcohol- en drugsproblematiek moeten gaan werken alvorens hij in aanmerking komt voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het AVT en de kliniek hebben hun twijfels uitgesproken over de haalbaarheid van de voorwaarden. Ook de reclassering heeft laten weten geen voorstander te zijn van een voorwaardelijke beëindiging. Het netwerk van de terbeschikkinggestelde bestaat enkel uit zijn vriendin. Een voorwaardelijke beëindiging is thans niet aan de orde. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank, voor zover aan zijn oordeel onderworpen, vernietigen, daar het tot een andere beslissing komt.
Stoornis en recidivegevaar
De terbeschikkinggestelde lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken. Daarnaast is sprake van een verslavingsproblematiek. Het gevaar voor recidive wordt binnen het kader van begeleid verlof als laag geschat. Het risico op een ontvluchting tijdens een verlof wordt groter geacht dan de kans op recidive van het indexdelict. Het recidivegevaar bij een hypothetisch ontslag zonder enige vorm van begeleiding of toezicht word als matig tot hoog geschat.
Voorwaardelijke beëindiging
Het hof is van oordeel dat het recidiverisico thans zodanig is teruggebracht dat het verantwoord is om te beslissen tot het voorwaardelijk beëindigen van de verpleging van overheidswege, onder de na te noemen voorwaarden, met welke voorwaarden de terbeschikkinggestelde ter zitting van het hof op 13 maart 2014 heeft ingestemd. Tot deze beslissing draagt bij dat het hof het van belang acht dat de impasse in het behandel- en resocialisatietraject wordt doorbroken, zodat op dat traject stappen kunnen worden gezet.
Het hof zal de voorwaardelijke beëindiging doen ingaan op de datum dat de terbeschikkinggestelde kan worden geplaatst in de FPA van GGZ Palier, namelijk 15 juli 2014.

Beslissing

Het hof:
Verstaatdat het hoger beroep uitsluitend is gericht tegen de beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 24 december 2013.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Oost-Brabant van 24 december 2013 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[naam terbeschikkinggestelde].
Beëindigtde verpleging van overheidswege met ingang van 15 juli 2014 en stelt daarbij de volgende voorwaarden: de terbeschikkinggestelde:
Algemene voorwaarden:
1.
zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht overeenkomstig artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
2.
zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
3.
zal zich niet schuldig maken aan strafbare feiten;
4.
zal zorg dragen dat hij altijd bereikbaar is voor zijn begeleiders en
behandelaren en zich overigens houden aan de hem in het kader van het
reclasseringstoezicht gegeven aanwijzingen en toestemming geven aan de reclassering voor het opvragen en uitwisselen van informatie bij/met alle instellingen die zij relevant acht en die van belang zijn voor een goede behandeling c.q. begeleiding;
5.
zal toestemming geven aan de reclassering en aan zijn begeleiders om, in geval van ongeoorloofde afwezigheid of calamiteiten en/of het niet nakomen van voorwaarden, deze informatie aan alle betrokkene partijen te melden;
6.
zal zich tijdens de gehele duur van de maatregel niet buiten het Europese deel van het Koninkrijk der Nederlanden zal begeven.
Bijzondere voorwaarden:
7.
zal vanaf 15 juli 2014 op de Forensisch Psychiatrisch Afdeling van GGZ Palier aan de Nico Broekhuysenlaan 45, 2553 PV, verblijven en zal zich houden aan de daar geldende huis- en leefregels c.q. voorwaarden die daar aan hem gesteld worden en stelt zich hierin begeleidbaar op;
8.
zal zijn behandelafspraken nakomen ook met betrekking tot eventueel voorgeschreven medicatie;
9.
zal niet van verblijfplaats veranderen dan na overleg met zijn behandelaren en de reclassering;
10.
zal na afronding van de klinische opname op de FPA van Palier meewerken aan plaatsing in een nog nader te bepalen vorm van beschermd en/of begeleid wonen of soortgelijke instelling en, indien deze woonvorm te zijner tijd niet nodig worden geacht, dient de terbeschikkinggestelde mee te werken aan ambulante woonbegeleiding en/of begeleiding door het Forensisch Ambulant Team (FAT) van Palier;
11.
zal mee werken aan een ambulante vervolgbehandeling bij bijvoorbeeld de Waag of soortgelijke instelling, aansluitend op het klinische behandeltraject bij de FPA van Palier;
12.
zal mee werken aan een dagbesteding in de vorm van scholing of werk. Indien de terbeschikkinggestelde niet in staat is om zelf tot een dagbesteding te kunnen komen, dient hij mee te werken aan het dagbestedingstraject dat hem door de reclassering wordt aangeboden; De terbeschikkinggestelde zal niet zonder toestemming van zijn begeleiders en de reclassering zijn werkuren bij het dagbestedingstraject, scholing of werk veranderen;
13.
zal geen omgang hebben met personen die zijn resocialisatie in gevaar (kunnen) brengen en stelt zich open op, inzake het aangaan van nieuwe relaties of bestaande relaties en heeft geen bezwaar dat deze op “gepaste en discrete” wijze door de reclassering worden gescreend;
14.
zal zich houden aan de voorschriften en aanwijzingen die zijn gegeven door of namens GGZ Reclassering Palier;
15.
conformeert zich aan de behandeling van de FPA van Palier;
16.
zal zich onthouden van alcohol- en druggebruik en zich niet onttrekken aan
controles hierop;
17.
zal inzicht geven in zijn financiën als daarom verzocht wordt en accepteert hiervoor begeleiding van de MJD van Palier;
18.
zal meewerken aan een time-out plaatsing, van 2 x 7 weken, bij [FPC] of soortgelijke instelling in het kader van Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT), indien dit nodig wordt geacht door een van de betrokken partijen.
Draagt de GGZ Reclassering Palier op de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Aldus gedaan door
mr E.A.K.G. Ruys als voorzitter,
mr P.R. Wery en mr. J.W. Rijkers als raadsheren,
en dr. A. Verheugt en E.M.M. Mol als raden,
in tegenwoordigheid van B. Moorlag als griffier,
en op 27 maart 2014 in het openbaar uitgesproken.
Mr J.W. Rijkers en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.