Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
25 maart 2014
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Tubbergen(hierna: de heffingsambtenaar)
1.Ontstaan en loop van het geding
mr. [B] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [C].
2.De vaststaande feiten
€ 218 berekend.
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
– zoals hij terecht aanvoert – niet gebonden aan de Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties, Stcrt. 2012, 26.039 (hierna: de Richtlijn), doch dit neemt niet weg dat de rechter heeft te toetsen of de heffingsambtenaar de juiste wegingsfactor heeft toegepast. Die toetsing is geen marginale toetsing. De rechter dient zelfstandig – op grond van een eigen waardering – te beoordelen in welke gewichtscategorie een zaak valt (HR 23 september 2011, nr. 10/04238, ECLI:NL:HR:2011:BT2293) en als hij tot de conclusie komt dat de heffingsambtenaar een andere, dus onjuiste factor heeft toegepast, dient hij de heffingsambtenaar te corrigeren.
€ 243 (1 punten voor het bezwaarschrift, waarde per punt 243, wegingsfactor 1).