In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder verzocht om de machtiging niet te verlengen en om [kind] terug te leiden naar haar. De rechtbank had op 8 november 2013 de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 11 november 2014, wat de moeder aanvecht. Het hof verwijst naar de eerdere beschikking van de kinderrechter en de zorgen die er zijn over de ontwikkeling van [kind] en de problematiek van de moeder. De moeder heeft een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis en er zijn zorgen over haar inzicht in de situatie van [kind]. Het hof heeft vastgesteld dat er nog steeds zorgen zijn over de opvoedingssituatie van [kind] en dat er een persoonlijkheidsonderzoek naar de moeder noodzakelijk is voordat er een beslissing kan worden genomen over een eventuele thuisplaatsing. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, omdat de gronden voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De moeder is inmiddels gestart met een psychodiagnostisch onderzoek, maar de resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Het hof heeft geen aanleiding gezien om een aanvullend ouderschapsonderzoek te laten verrichten, zoals door de moeder was verzocht. De beslissing van het hof is dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [kind] wordt verlengd, totdat er meer duidelijkheid is over de situatie van de moeder en de ontwikkeling van [kind].