4.2Op 9 december 2010 heeft de raad van de gemeente Harderwijk de Verordening vastgesteld. In de Verordening is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“
Artikel 1
Gebiedsomschrijving
Centrumgebied A,: Donkerstraat, Wolleweverstraat tot hoek Donkerstraat
Centrumgebied B: Vuldersbrink, Grote Haverstraat, Luttekepoortstraat tot aan de hoek Vitringasingel, Schoenmakersstraat, Smeepoortstraat tot en met de hoek Vitringasingel, Hondegatstraat, Bruggestraat vanaf de Donkerstraat tot aan de Bongerdsteeg
Centrumgebied C: Vijhestraat, Strandboulevard, Vismarkt, Luttekepoortstraat vanaf de hoek Vitringasingel tot en met de rotonde BleekDoelenstraat, Smeepoortenbrink, Kloosterplein, Catharijnensteeg Kerkstraat, Rabbistraat, Grote Poortstraat, Nonnenstraat, Hoogstraat, academiestraat,
Overige gebied D: Alle overige straten die niet voorkomen in de centrumgebieden A, B en C
Artikel 2
Belastbaar feit
Onder de naam "reclamebelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 3
Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, de openbare aankondigingen worden aangetroffen.
Artikel 4
Tarieven
1. De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.
2. (…)
3. (…)
(…)
Artikel 9
Aanvang en einde belastingplicht in de loop van het belastingjaar
1. (…).
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de in de tarieventabel opgenomen jaartarieven, als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10
Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor:
(…);
f. het hebben van openbare aankondigingen in het inwendige gedeelte van een onroerende zaak, voor zover dat als winkel, toonzaal, café, restaurant, werkplaats, garage of station van een openbaar vervoermiddel wordt gebruikt met dien verstande, dat aankondigingen aangebracht in openbare wandelgangen van winkelcentra niet onder deze vrijstelling zijn begrepen;
g. het hebben van een naambord dan wel een openbare aankondiging, mits de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,5 m1 en het bord of de aankondiging niet meer vermeldt dan de naam, het beroep of de aard van het bedrijf - eventueel aangevuld met enige zakelijke mededeling hierop betrekking hebbende, waarmede geen reclame wordt beoogd - van de persoon of onderneming, gevestigd in het perceel, waaraan het bord is aangebracht dan wel voor het hebben van een aankondiging niet meer vermeldende dan de naam, het beroep, de aard van het bedrijf of enige zakelijke mededeling hierop betrekking hebbende op of tegen etalageruiten;
(…);
j. het hebben van een naambord of naamsaanduiding op woningen of wooncomplexen, niet zijnde reclameuitingen voor een (ook) in het pand/complex aanwezige onderneming of persoon met een bedrijfsmatige uitoefening van zijn beroep.
(…).”