Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: verzoekster,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van een curanda om toestemming te krijgen voor het aangaan van een huwelijk. De verzoekster, geboren in 1991, was onder curatele gesteld vanwege een geestelijke stoornis die haar in staat stelde om haar belangen niet goed waar te nemen. De curator, M.M.H. Staal, en de moeder van verzoekster waren tegen het huwelijk, omdat zij twijfels hadden over de gelijkwaardigheid van de relatie tussen verzoekster en haar beoogde echtgenoot, die meer dan 30 jaar ouder was.
De kantonrechter had eerder, op 24 april 2013, de toestemming voor het huwelijk geweigerd. In hoger beroep heeft verzoekster betoogd dat zij in staat is de huwelijksbelofte te begrijpen en dat de curator en haar moeder onterecht twijfelen aan haar capaciteiten. Het hof heeft echter geconcludeerd dat verzoekster niet in staat is om de betekenis van haar verklaring om te willen trouwen te begrijpen. Dit werd onderbouwd door diagnostisch onderzoek waaruit bleek dat haar sociaal-emotionele ontwikkeling op het niveau van een jong kind functioneerde.
Het hof heeft vastgesteld dat verzoekster deskundige begeleiding en zorg nodig heeft, en dat het voorgenomen huwelijk niet in haar belang zou zijn. De beslissing van de kantonrechter om de toestemming te weigeren werd dan ook bekrachtigd. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter bevestigd, waarbij het belang van verzoekster voorop stond.