ECLI:NL:GHARL:2014:1844
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling van eenhoofdig gezag over minderjarige kinderen na scheiding van ouders met slechte communicatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezagsvoorziening van de minderjarige kinderen [kind 1] en [kind 2] na de scheiding van hun ouders. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 19 juni 2013 aangevochten, waarin de moeder met het eenhoofdig gezag over [kind 2] werd belast. De vader verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en het verzoek van de moeder om alleen met het gezag over [kind 1] te worden belast, af te wijzen. De moeder, verweerster in hoger beroep, heeft het verzoek van de vader bestreden en verzocht om de eerdere beschikking in stand te laten.
De ouders zijn sinds 1997 met elkaar gehuwd en hebben twee kinderen. De communicatie tussen de ouders is slecht, wat leidt tot spanningen en een loyaliteitsconflict voor de kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat [kind 2] klem of verloren raakt tussen de ouders, en dat er geen verbetering in de communicatie te verwachten is. De moeder heeft in haar verzoek benadrukt dat eenhoofdig gezag noodzakelijk is om de spanningen te verminderen en de rust voor [kind 2] te waarborgen.
Het hof heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en geconcludeerd dat het in het belang van [kind 2] is dat de moeder het eenhoofdig gezag behoudt. De vader heeft de mogelijkheid om betrokken te blijven bij de opvoeding van [kind 2], maar het hof oordeelt dat gezamenlijk gezag in deze situatie schadelijk zou zijn. De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.