Uitspraak
de vrouw,
de man,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake kinderalimentatie na de echtscheiding van de man en de vrouw, die op 24 maart 2009 is ontbonden. De man had eerder een alimentatiebijdrage van € 600,- per kind per maand afgesproken, maar verzocht om wijziging van deze bijdrage naar nihil, met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2012, vanwege een daling van zijn inkomen en een stijging van het inkomen van de vrouw. De vrouw voerde aan dat de rechtbank ten onrechte niet had erkend dat zij en de man in 2009 bewust waren afgeweken van de wettelijke maatstaven voor alimentatie, en dat de man niet had aangetoond dat er sprake was van een wijziging van omstandigheden die een aanpassing van de alimentatie rechtvaardigde.
Het hof oordeelde dat de man niet voldoende bewijs had geleverd van een significante inkomensdaling ten opzichte van 2009 en dat de vrouw's stijging van inkomen niet als een wijziging van omstandigheden kon worden gekwalificeerd. Het hof concludeerde dat de man niet had voldaan aan zijn stelplicht en dat de eerdere alimentatieovereenkomst, die bewust was afgesloten met afwijking van de wettelijke normen, in stand moest blijven. De rechtbank had ten onrechte geoordeeld dat er een wijzigingsgrond aanwezig was. Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek van de man af, met de verklaring dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is.