4.2De man is met veertien grieven in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van 9 november 2012. De vrouw is op haar beurt met één grief in incidenteel hoger beroep gekomen. Partijen verschillen van mening over:
- ( de eigendom van) de (inboedel)goederen in de voormalige echtelijke woning (grief I in het principaal hoger beroep);
- ( de eigendom van) de spellen (grief II in het principaal hoger beroep);
- de wasmachine en de droger (grief III in het principaal hoger beroep);
- de negatieven en de fotoalbums (grief IV in het principaal hoger beroep);
- de overige inboedelgoederen (grief V in het principaal hoger beroep);
- ( de waarde van) de auto (grief VI in het principaal hoger beroep);
- de kosten van de telefoonaansluiting (grief VII in het principaal hoger beroep);
- de vordering van de man van € 14.446,- (grief VIII in het principaal hoger beroep);
- de vordering van de vrouw van € 15.110,- (grief IX in het principaal hoger beroep);
- de vordering van de vrouw van € 1.071,- (grief X in het principaal hoger beroep);
- de vordering van de vrouw van € 2.856,- (grief XI in het principaal hoger beroep);
- de vorderingen van de vrouw van € 19.740,- en € 7.640,- (grief XII in het principaal hoger beroep);
- de ontvankelijkheid van de vrouw in haar vordering van € 22.500,- en de toewijzing van deze vordering (grieven XIII en XIV in het principaal hoger beroep);
- de privéboeken van de vrouw (grief 1 in het incidenteel hoger beroep).