ECLI:NL:GHARL:2014:1374

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 februari 2014
Publicatiedatum
25 februari 2014
Zaaknummer
21-002520-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van een ambtenaar door het gebruik van kwetsende taal

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Almelo. De verdachte was eerder schuldig bevonden aan belediging van een ambtenaar, maar zonder oplegging van straf of maatregel. De zaak kwam opnieuw voor het hof na een vernietiging door de Hoge Raad, die de zaak terugverwees voor herbehandeling. De verdachte had een politieagent, genaamd [verbalisant], beledigd door hem te beschuldigen van het zijn van een 'mierenneuker' tijdens een incident in Enschede op 25 februari 2010. Het hof oordeelde dat deze uitlating de goede naam en eer van de agent aantastte, vooral gezien de context waarin het gebeurde. De verdediging voerde aan dat de uitlating niet beledigend was, maar het hof verwierp dit argument en concludeerde dat de verdachte met zijn woorden niet alleen de agent, maar ook het gezag van de politie ondermijnde. Het hof achtte de belediging wettig bewezen en verklaarde de verdachte strafbaar, maar legde geen straf of maatregel op, gezien de omstandigheden waaronder de verdachte al 9 uur in een politiecel had doorgebracht. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij het de verdachte vrijsprak van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen waren.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002520-13
Uitspraak d.d.: 25 februari 2014
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Almelo van 15 april 2010 met parketnummer 08-037176-10 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is -na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad- gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 februari 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. R. Oude Breuil, naar voren is gebracht.

Procesgang

Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Almelo van 15 april 2010 is verdachte ter zake van belediging van een ambtenaar schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. Verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof Arnhem heeft in hoger beroep bij arrest van 1 november 2010 (parketnummer 21-001609-10) het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte ter zake van belediging van een ambtenaar schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Bij arrest van 8 mei 2012 heeft de Hoge Raad het arrest van het hof van 1 november 2010 vernietigd en de zaak teruggewezen naar het gerechtshof Arnhem, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 25 februari 2010, in de gemeente Enschede, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten de surveillant van politie Twente, genaamd [verbalisant] gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden '' Jij bent een mierenneuker'', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De raadsman heeft aangevoerd dat de strekking van het bezigen van het woord ‘mierenneuker’ in de context van deze zaak niet beledigend is geweest. Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken.
Het hof is van oordeel dat het namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt hiertoe het volgende. Verdachte heeft verbalisant [verbalisant], nadat [verbalisant] zijn blikje bier had afgepakt, een mierenneuker genoemd. Verdachte verklaarde later dat hij de agent heel kinderachtig vond. Verdachte heeft zijn uitlating gedaan in het openbaar en in aanwezigheid van meerdere personen die deze uitlating konden horen. Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte met het bezigen van de woorden “Jij bent een mierenneuker” niet alleen de persoon in kwestie, verbalisant [verbalisant], aangetast maar ook het politieoptreden op dat moment en daarmee het gezag van de verbalisant [verbalisant] ondermijnd. Er is naar het oordeel van het hof sprake van een samenhangend complex van handelingen door een politieagent die op dat moment bezig was met de ordehandhaving. Onder die omstandigheden is het hof van oordeel dat de uitlating “jij bent een mierenneuker” de strekking had de agent in zijn goede naam en eer aan te tasten. Het verweer van de raadsman wordt dan ook verworpen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks25 februari 2010, in de gemeente Enschede, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten de surveillant van politie Twente, genaamd [verbalisant] gedurende en
/ofter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden '' Jij bent een mierenneuker''
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

het bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en of maatregel

De politierechter heeft de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Evenals de politierechter is het hof van oordeel dat, gelet op de omstandigheid dat verdachte reeds 9 uur in een politiecel heeft doorgebracht, aan verdachte geen straf of maatregel zal worden opgelegd.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9a, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Aldus gewezen door
mr M. Otte, voorzitter,
mr P.R. Wery en mr A.J. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr I.I.D. Leene, griffier,
en op 25 februari 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.