Uitspraak
1.[appellante],
[appellante],
[appellant],
[appellanten],
1.Grootlandbouwbedrijf De Sjalon C.V.,
De Sjalon,
De Sjalon Beheer,
De Sjalon c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
Deze overeenkomst kan door koper worden ontbonden [---]:
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De grieven
6.De grondslag van de vordering en de verweren van De Sjalon c.s.
verschuldigden
opeisbaaris geworden. Bij de beoordeling van de vraag of zij aan deze stelplicht hebben voldaan, en of hun stellingen aannemelijk zijn, overweegt hof het volgende.
verschuldigdis gebleven (dat ook nadien nog steeds een vorderingsrecht bestond). Voor de opeisbaarheid kan dat niet worden gezegd om de hierna te noemen reden.
opeisbaarzou zijn totdat ook de vordering tot voldoening van de aanbetaling opeisbaar zou worden, te weten op 31 mei 2010 en voorts (iii) dat de boete pas opeisbaar zou worden indien De Sjalon c.s. op die datum de aanbetaling niet zouden doen. Tot nader order (tot 31 mei 2010 of nadien) wordt immers afgezien van invordering van de boete, ook al was die volgens [appellanten] tot het moment van deze afspraak (sinds 1 april 2010) wel opeisbaar. Anders gezegd: het hof begrijpt de lezing van [appellanten] aldus, dat het niet de bedoeling van partijen is geweest dat de aanbetaling en de boete
naast elkaaropeisbaar zouden kunnen worden. Dat de stellingen van [appellanten] in die zin moeten worden begrepen, leidt het hof onder meer af uit de dagvaarding onder 5 en 6, waarin wordt opgemerkt dat De Sjalon c.s. ook na 25 mei 2010 nog gehouden waren mee te werken aan de levering,
bij gebreke waarvaneen boete zou worden verbeurd. Een dergelijke uitleg is bovendien in overeenstemming met de getuigenverklaring van hun makelaar, de heer [makelaar].
7.Comparitie van partijen
8.De beslissing
mr. Zandbergen, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden op een nader door deze te bepalen dag en tijdstip, om inlichtingen te geven als onder 7.1 vermeld en opdat kan worden onderzocht of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden;
dinsdag 4 februari 2014, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
twee wekenvoor de verschijning zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van De Sjalon c.s. alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk
éénweek voor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen.