Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
parketnummer 07-123494-12
hij op of omstreeks 11 april 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, genaamd [benadeelde partij 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde [benadeelde partij 1],
hij op of omstreeks 11 april 2012 in de gemeente [gemeente] aan een persoon, genaamd
hij op of omstreeks 11 april 2012 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde partij 3]), (met kracht) op/tegen het lichaam heeft geduwd (waardoor voornoemde[benadeelde partij 2] ten val kwam), waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
hij op of omstreeks 11 april 2012 in de gemeente [gemeente] [benadeelde partij 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij 3] dreigend de woorden toegevoegd : "ik maak je dood" en/of "jij mag dood. De volgende keer als je aan de deur komt, maak ik je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
parketnummer 16-054702-13 (gevoegd)
hij, op één of meer tijdstippen, in de periode van 01 april 2012 tot en met 5 oktober 2012 in de gemeente [gemeente] [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 5] en/of[benadeelde partij 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met zijn hand een snijdende beweging langs zijn keel gemaakt en/of (daarbij) deze/hen dreigend de woorden toegevoegd: "ik zal je Friese kop van je romp trekken" en/of "Ik ga jou eens even helemaal in elkaar slaan" en/of "Jullie komen nog wel aan de beurt. Wacht maar af" en/of "Alle Friezen moeten dood" en/of "eerst die vrouw, die Friezin, moet eerst dood, die kankerhoer, en daarna hij" en/of "ik geef hem een koffer voor zijn porum" en/of "ik ga je afmaken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Overwegingen omtrent het bewijs voor het ten laste gelegde
Bewezenverklaring
parketnummer 07-123494-12
hij op 11 april 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde partij 1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet voornoemde [benadeelde partij 1],
hij op 11 april 2012 in de gemeente [gemeente] aan een persoon genaamd [benadeelde partij 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (fractuur van een handwortelbeentje), heeft toegebracht, door deze opzettelijk met kracht
hij op 11 april 2012 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [benadeelde partij 3], met kracht tegen het lichaam heeft geduwd, waardoor voornoemde[benadeelde partij 2] ten val kwam, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
hij op 11 april 2012 in de gemeente [gemeente] [benadeelde partij 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij 3] dreigend de woorden toegevoegd: "ik maak je dood" en "jij mag dood. De volgende keer als je aan de deur komt, maak ik je dood";
parketnummer 16-054702-13 (gevoegd)
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
Vordering van de benadeelde partij[benadeelde partij 6]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat verdachte zich zal houden aan de voorschriften en aanwijzingen, te geven door Tactus Verslavingszorg, dan wel een soortgelijke reclasserings-instelling, ook indien die aanwijzingen zullen inhouden dat verdachte zich ambulant zal laten behandelen door De Waag.
dadelijke uitvoerbaarheidvan de hiervoor genoemde bijzondere voorwaarde.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 1.425,60 (duizend vierhonderdvijfentwintig euro en zestig eurocent) bestaande uit € 895,60 (achthonderdvijfennegentig euro en zestig eurocent) materiële schade en € 530,00 (vijfhonderddertig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.425,60 (duizend vierhonderdvijfentwintig euro en zestig eurocent) bestaande uit € 895,60 (achthonderdvijfennegentig euro en zestig eurocent) materiële schade en € 530,00 (vijfhonderddertig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
24 (vierentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 1.288,00 (duizend tweehonderdachtentachtig euro) bestaande uit € 288,00 (tweehonderdachtentachtig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.288,00 (duizend tweehonderdachtentachtig euro) bestaande uit € 288,00 (tweehonderdachtentachtig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij[benadeelde partij 6]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.