ECLI:NL:GHARL:2014:10275
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen alle raadsheren van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.G.J. Smit, een wrakingsverzoek ingediend tegen alle raadsheren van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waaronder de raadsheren die de zaak onder zaaknummer 200.145.722/01 zouden behandelen. Het verzoek is gedaan op 14 januari 2015, voorafgaand aan een pleidooi dat op dezelfde dag gepland stond. Verzoeker heeft in zijn verzoek aangegeven dat hij het hof verzoekt zich te verschonen en de zaak te verwijzen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, subsidiair dat hij de raadsheren wil wraken. Echter, het wrakingsverzoek voldeed aanvankelijk niet aan de vereisten, omdat het niet was ondertekend door een advocaat, wat verplicht is in dergelijke zaken. Verzoeker is in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen.
De wrakingskamer, bestaande uit mr. J.D.S.L. Bosch (voorzitter), mr. M.W. Zandbergen en mr. J. Dolfing, heeft op 14 januari 2015 zonder mondelinge behandeling een beslissing genomen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker geen concrete wrakingsgronden heeft aangevoerd en dat het verzoek om alle raadsheren te wraken niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Dit is gebaseerd op het feit dat de wet niet voorziet in een verzoek om wraking van een rechter die geen bemoeienis heeft met de behandeling van de zaak. Verzoeker heeft niet gemotiveerd waarom de betrokken raadsheren niet onpartijdig of onafhankelijk zouden zijn.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer op 14 januari 2015 besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn wrakingsverzoek. Deze beslissing is schriftelijk vastgelegd en aan partijen verzonden op 20 januari 2015.