Uitspraak
[appellant],
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, afdeling privaatrecht, gewezen op 8 september 2014 onder rolnummer C/19/105750 KG ZA 14-123 te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het in eerste instantie gevorderde toe te wijzen en geïntimeerde te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding in beide instanties".
3.De feiten
grief 5.1wordt erover geklaagd dat de feitenweergave in het bestreden vonnis te beperkt is en dat ten onrechte (in rov. 2.8 van het bestreden vonnis) de verzending van het e-mailbericht van 15 november 2013 als feit wordt vastgesteld. Dat de feitenweergave te beperkt is, wordt niet afzonderlijk toegelicht. Wat betreft het e-mailbericht van 15 november 2013 van Vastbouw aan [geïntimeerde] heeft [appellant] aangevoerd dat hij de echtheid van de mail niet kan controleren, dat die mail niet met hem is besproken en dat hij niet in gebreke is gesteld. Er is evenwel niets aangevoerd dat twijfel doet ontstaan aan de echtheid van het e-mailbericht. Wel heeft de voorzieningenrechter ten onrechte vermeld dat de e-mail afkomstig is van [X]. Dat is onjuist want de e-mail is afkomstig van [Y], Hoofduitvoerder van Vastbouw. In zoverre zal het hof dit feit corrigeren. Voor het overige staan de bezwaren - wat daarvan zij - er niet aan in de weg dat als feit wordt vastgesteld dat [Y] op 15 november 2013 een e-mail heeft gestuurd met de inhoud als in rov. 2.8 van het bestreden vonnis vermeld. Grief 5.1. faalt derhalve.
(...)
Bij oplevering wordt de laatste termijn betaald
Opleveringspunten worden afgewerkt i.o.m. [geïntimeerde] b.v.’
4.De vorderingen en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van het hoger beroep
4.2 Voor wat betreft de aannemelijkheid van de vordering, overweegt de voorzieningenrechter dat [geïntimeerde] in de eerste plaats gemotiveerd heeft betwist dat [appellant] de gefactureerde werkzaamheden heeft uitgevoerd. Volgens [geïntimeerde] heeft [appellant] na oktober 2013 geen werkzaamheden meer voor haar verricht. [geïntimeerde] heeft daartoe gewezen op de e-mail van de hoofduitvoerder van 15 november 2013. Die bericht [geïntimeerde] dat hij op dat moment geen metselaars op de bouw heeft. Die opmerking biedt steun aan het verweer van [geïntimeerde]. [geïntimeerde] heeft eveneens onvoldoende weersproken gesteld dat de hoofduitvoerder [appellant] op een gegeven moment ook niet meer op de bouw wilde hebben en dat zij [appellant] in oktober/november 2013 ook een poosje 'kwijt' waren. Gelet op dit gemotiveerde verweer kan niet zonder meer worden aangenomen dat [appellant] nog recht heeft op betaling voor werkzaamheden in de maand november 2013. De voorzieningenrechter overweegt dat het door [appellant] genoemde e-mailbericht van [R] (een door [appellant] ingeschakelde ZZP-er) van 4 november 2013 onvoldoende is om daar anders over te oordelen. Daaruit blijkt dat hij in oktober 2013 werkzaamheden heeft verricht (dat is ook niet in discussie), maar niet dat hij dat ook in de maand november 2013 nog heeft gedaan.'
grieven 5.2 - 5.4. Grief 5.5 klaagt dat (in rov. 4.3) ten onrechte wordt overwogen dat de facturen waarvan [appellant] betaling vordert, niet door [geïntimeerde] zijn geaccordeerd en dat daarom niet kan worden vastgesteld dat [geïntimeerde] de openstaande facturen verschuldigd is. Deze grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking. Zij hebben in essentie betrekking op de vraag of de vordering van [appellant] tot betaling van het totale factuurbedrag van € 26.102,32 voldoende aannemelijk is. Daaromtrent wordt het volgende overwogen.
Grief 5.7, waarin onder meer wordt geklaagd dat de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat [appellant] nog een bedrag van € 26.102,32 te vorderen heeft van [geïntimeerde], deelt in zoverre hetzelfde lot.
grief 5.6(met betrekking tot de gestelde tegenvordering van [geïntimeerde]) en
grief 5.8(met betrekking tot het restitutierisico) geen bespreking meer.
Grief 5.9heeft geen zelfstandige betekenis.