ECLI:NL:GHARL:2014:10024

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 december 2014
Publicatiedatum
23 december 2014
Zaaknummer
14/00767
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Verwijzing na Hoge Raad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlaging van de vastgestelde waarde van onroerende zaak na overeenstemming over waarde kogelvangers

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2014, ging het om een geschil over de waarde van een onroerende zaak gelegen aan de [a-straat] 201 te [Z]. De belanghebbende, Vereniging [X] te [Z], had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen te Roermond. De zaak was eerder behandeld door de rechtbank Roermond, die op 20 november 2012 een uitspraak deed, en na cassatie door de Hoge Raad op 11 juli 2014, die de eerdere uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch vernietigde.

De procedure betrof de waardering van de onroerende zaak in het kader van de Wet waardering onroerende zaken, met een waardepeildatum van 1 januari 2010 en een vastgestelde waarde van € 255.000. Tijdens de zitting op 16 december 2014 te Arnhem bereikten partijen overeenstemming over de waarde van de kogelvangers, die buiten aanmerking diende te worden gelaten. Deze waarde werd vastgesteld op € 93.000, wat leidde tot een verlaging van de vastgestelde waarde van de onroerende zaak tot € 162.000.

Het Gerechtshof oordeelde dat het hoger beroep gegrond was en vernietigde de uitspraak van de rechtbank. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en verlaagde de vastgestelde waarde van de onroerende zaak voor het jaar 2011 tot € 162.000. Tevens werd de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 527. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

Afdeling belastingrecht
Locatie Arnhem
Tweede meervoudige belastingkamer
nummer 14/00767
appellant : Vereniging [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
verweerder in hoger beroep : Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen te Roermond (hierna: de heffingsambtenaar)
uitspraak in eerste aanleg : van de rechtbank Roermond (hierna: de Rechtbank) van 20 november 2012, nummer AWB 12/128 en na cassatie bij arrest van 11 juli 2014 (nr. 13/05231), waarin de uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 20 september 2013 (nr. 12/00837) werd vernietigd.
aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar gericht tegen een beschikking in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (waardepeildatum: 1 januari 2010; vastgestelde waarde: € 255.000) met betrekking tot de onroerende zaak [a-straat] 201 te [Z] (hierna: de onroerende zaak)
jaar: : 2011
onderzoek ter zitting : op 16 december 2014 te Arnhem
waarbij verschenen : [A] namens belanghebbende, alsmede namens de heffingsambtenaar, [B] en [C].

gronden:

Partijen hebben ter zitting overeenstemming bereikt omtrent de – buiten aanmerking te laten – waarde van de kogelvangers. Deze waarde bedraagt volgens partijen € 93.000, zodat de vastgestelde waarde van de onroerende zaak met dit bedrag dient te worden verlaagd tot € 162.000. Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen.

slotsom:

Het hoger beroep is gegrond.

kosten:

Het Hof acht termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling en stelt deze met betrekking tot de hoger beroepsprocedure na verwijzing vast op € 527 (1 punt (conclusie na verwijzing) à € 487 per punt en € 40 reiskosten in verband met het bijwonen van de zitting).

beslissing:

Het Gerechtshof:
– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
– verklaart het beroep gegrond;
– vernietigt de uitspraak op bezwaar;
– vermindert de vastgestelde waarde van de onroerende zaak voor het tijdvak 2011 tot € 162.000;
– veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende in hoger beroep na verwijzing tot een bedrag van € 527.
Aldus gedaan op 23 december 2014 door mr. R.A.V. Boxem, voorzitter, mr. J.P.M. Kooijmans en mr. P.L.M. van Gorkom in tegenwoordigheid van mr. A. Vellema als griffier. De beslissing is op dezelfde datum in het openbaar uitgesproken.
Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De voorzitter is verhinderd het proces-verbaal te ondertekenen. In verband daarmee is het proces-verbaal ondertekend door mr. Kooijmans.
De griffier,
(A. Vellema) (J.P.M. Kooijmans)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 23 december 2014
Tegen deze uitspraak kunnen de belanghebbende en het dagelijks bestuur binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij:
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
Postbus 20303,
2500 EH Den Haag
(bezoekadres: Kazernestraat 52)
.
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
– bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
– het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.