ECLI:NL:GHARL:2013:CA1621
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.G. Idsardi
- I.A. Vermeulen
- G.K. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over een minderjarige en de rol van de Raad voor de Kinderbescherming
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, geboren in 2001. De rechtbank Groningen had eerder op 27 november 2012 de moeder ontheven van het gezag en BJZ benoemd tot voogd. De moeder heeft tegen deze beschikking beroep aangetekend, waarbij zij primair verzocht om vernietiging van de eerdere beschikking en subsidiair om aanhouding van de zaak voor aanvullend onderzoek naar haar opvoedingsvaardigheden.
Tijdens de zitting op 15 april 2013 is de zaak behandeld, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat en de Raad voor de Kinderbescherming vertegenwoordigd was door de heer J. Scholte Aalbes. Bureau Jeugdzorg (BJZ) was ook aanwezig, vertegenwoordigd door mevrouw B. Mulder. De moeder heeft aangegeven dat zij niet in staat is om haar opvoedingscapaciteiten te bewijzen door het ontbreken van voldoende hulpverlening. De Raad heeft echter gesteld dat de moeder sinds de ondertoezichtstelling in 2008 onvoldoende in staat is gebleken om opvoedingsverantwoordelijkheid op zich te nemen.
Het hof heeft overwogen dat de wettelijke gronden voor ontheffing van het gezag aanwezig zijn, en dat het belang van het kind voorop staat. Het hof heeft geconcludeerd dat de huidige opvoedingssituatie bij de pleegmoeder in het belang van het kind is en dat de moeder's verzoek om een onafhankelijk deskundige te benoemen niet wordt ingewilligd. De beslissing van de rechtbank om de moeder ontheven van het gezag te verklaren, werd bekrachtigd, waarbij het hof het belang van het kind vooropstelde boven het recht van de moeder op hereniging.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een veilige hechting voor de ontwikkeling van het kind en de rol van BJZ als neutrale partij die de belangen van het kind kan behartigen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de moeder het recht behoudt op contact met haar kind, en de noodzaak van een goede omgangsregeling tussen de moeder en het kind werd onderstreept.