ECLI:NL:GHARL:2013:CA1620
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.G. Idsardi
- I.A. Vermeulen
- G.K. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over een minderjarige en de rol van de Raad voor de Kinderbescherming
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, geboren in 2009. De rechtbank Groningen had eerder op 23 oktober 2012 de moeder ontheven van het gezag en Bureau Jeugdzorg Friesland (BJZ) tot voogd benoemd. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. R. Kertokarijo, heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ontheffing van het gezag af te wijzen. Subsidiair vroeg zij om aanhouding van de zaak voor aanvullend onderzoek naar haar opvoedingsvaardigheden.
Tijdens de zitting op 15 april 2013 is de zaak behandeld, waarbij de moeder, de Raad, BJZ, de pleegouders en de vader van het kind aanwezig waren. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder ongeschikt is om de zorg voor haar kind op zich te nemen, en dat het belang van het kind, dat inmiddels bij pleegouders woont, voorop staat. Het hof overweegt dat de hechting van het kind aan de pleegouders niet verstoord mag worden, en dat de continuïteit van de opvoedsituatie van groot belang is voor de ontwikkeling van het kind.
Het hof heeft de wettelijke gronden voor de ontheffing van het gezag van de moeder aanwezig geacht en heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd. De moeder blijft echter een belangrijke rol in het leven van het kind vervullen en behoudt het recht op contact. De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van stabiliteit en continuïteit in de opvoeding van het kind, en de rol van BJZ als neutrale partij in het behartigen van de belangen van het kind.