ECLI:NL:GHARL:2013:CA1612
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beschikking tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, die op 19 oktober 2012 een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [kind] had verleend. De vader, die in beroep ging, werd bijgestaan door advocaat mr. M.A. Knobben. De Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg Overijssel waren als geïntimeerden betrokken bij de procedure. De uithuisplaatsing was noodzakelijk geacht vanwege vermoedens van mishandeling en/of seksueel misbruik, die in augustus 2012 waren gemeld. Het hof heeft de eerdere beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij het belang van het kind voorop stond.
Het hof heeft in zijn overwegingen de zorgen over de psychoseksuele ontwikkeling van [kind] meegewogen, evenals de resultaten van eerdere onderzoeken en de lopende politieonderzoeken. De vader ontkende de beschuldigingen van mishandeling en/of seksueel misbruik, maar het hof oordeelde dat de ontkenning onvoldoende was om de noodzaak van de uithuisplaatsing te weerleggen. De sterke band tussen de vader en [kind] werd erkend, maar was op dat moment niet voldoende om de uithuisplaatsing te voorkomen. Het hof benadrukte dat bij een verzoek tot verlenging van de uithuisplaatsing alle belangen opnieuw moeten worden afgewogen, waarbij de belangen van het kind altijd voorop staan.
De beslissing van het hof om de beschikking van de kinderrechter te bekrachtigen, is genomen in het licht van de zorgen die door verschillende deskundigen zijn geuit over de ontwikkeling van [kind]. Het hof heeft de belangen van het kind als hoogste prioriteit gesteld en de noodzaak van de uithuisplaatsing als gerechtvaardigd beoordeeld, gezien de omstandigheden en de lopende onderzoeken.