vaststaande feiten
3.1 De rechtbank heeft in het bestreden vonnis de feiten slechts summier vastgesteld. Het hof zal om die reden zelfstandig de feiten vaststellen. Gelet op wat enerzijds is gesteld en anderzijds niet (voldoende) is weersproken, staan de volgende feiten vast.
3.1.1 [geïntimeerde] is bestuurder en aandeelhouder van Top Challenge Holding B.V. (hierna: TCH). TCH hield 51% van de aandelen in en was bestuurder van Top Challenge Indoor Ski Assen (hierna: TCISA). De overige 49% van de aandelen werd gehouden door [Holding X]. Bestuurder en aandeelhouder van [Holding X] was [Y].
3.1.2 TCISA exploiteerde in Assen een kunstskibaan/skicentrum. Daarnaast organiseerde TCISA skireizen. TCH was eigenaar van de skibaan en verhuurde deze aan TCISA. De skibaan was geplaatst in een hal, die door TCH was gehuurd van Vanderveen Warenhuis.
3.1.3 [appellant 1] (hierna: [appellant 1]) was van een vaste bezoeker van de skibaan en nam geregeld deel aan de skireizen. [appellant 1] was werkzaam als productiemedewerker en had ervaring in het beleggen in aandelen.
3.1.4 In een brief van 17 maart 2008, gericht aan “alle geïnteresseerde kopers aandelen
Top Challenge Indoor Ski Assen” is (onder meer) [appellant 1] uitgenodigd voor een voorlichtingsbijeenkomst op 31 maart 2008. In de brief is onder meer het volgende vermeld:
“Top Challenge Indoor Ski Assen bestaat nu alweer ruim drie en een half jaar en voor het eerst in zijn bestaan biedt de directie van Top Challenge Indoor Ski Assen aandelenpakketten aan in de verkoop.
(…)
Gezien de concurrentiepositie in zowel de ski- als de outdoormarkt is het van uiterst belang om de juiste keuzes te maken. De directie heeft gekozen voor continuïteit en vernieuwing, wat moet resulteren in een groter marktaandeel in de branche.
Vernieuwing betekent bestaande productieaanbod verder ontwikkelen en-of nieuw productieaanbod aanbieden. Vernieuwen betekent ook opnieuw investeren. Investeren in goed personeel en investeren in de ontwikkeling van nieuwe producten. Investeren betekent ook financieel investeren.
(…)
Tijdens de voorlichting zal uitleg gegeven worden over de bedrijfsstrategie, financiële situatie en de procedure van aankoop van aandelen.”
3.1.5 Tijdens de voorlichtingsbijeenkomst op 31 maart 2008 heeft TCISA een presentatie gehouden onder de titel “Op koers naar 2012”. Op één van de dia’s van die presentatie is het volgende vermeld:
“Concurrentiepositie vergroten
Continuïteit door evenwichtige activiteiten
Schoenmaker blijf bij je leest principe
Investeringen in tijd en geld nodig
Werkdruk bij huidige functionarissen te hoog
Uitbouwen sterke kanten van de onderneming
Waarborgen cashflow in de toekomst”
Ook is via de dia’s informatie verstrekt over de omzet en het resultaat in de jaren 2005 tot en met 2007 en over de prognoses voor de jaren 2008 tot en met 2012. Ten aanzien van 2008 werd een netto-omzet van € 230.000,- en een resultaat van € 25.000,- vermeld. Ten aanzien van 2009 en 2010 werden omzetten van € 275.000,- en € 375.000,- en resultaten van
€ 42.000,- en € 85.000,- vermeld.
3.1.6 [appellant 1] toonde zich geïnteresseerd, waarna een vervolggesprek plaatsvond tussen hem, [geïntimeerde], [Y] en de accountant van TCISA.
3.1.7 [appellant 1] heeft op 16 juni 2008 een bedrag van € 15.000,- aan TCISA betaald. Op 28 juli 2008 heeft hij een bedrag van € 25.000,- aan TCISA betaald. Op 8 september, 15 december en 31 december 2008 heeft hij bedragen van respectievelijk € 5.000,-, € 2.500,- en € 2.500,- aan TCISA betaald. TCISA heeft het overgrote deel van de door [appellant 1] betaalde bedragen gebruikt voor de betaling van schuldeisers, waaronder Warenhuis Vanderveen B.V. Ook is een bedrag van € 5.000,- aan TCH betaald. In totaal heeft [appellant 1] een bedrag van € 50.000,- betaald aan TCISA.
3.1.8 Op 5 augustus 2008 is [appellante 2] (hierna: [appellante 2]) opgericht.
3.1.9 [appellant 1] heeft vanaf medio 2008 diverse werkzaamheden in het skicentrum verricht, zoals het waxen en slijpen van ski’s, onderhoudswerkzaamheden aan de skibaan en het draaien van bardiensten.
3.1.10 Op 30 november 2009 heeft [Holding X] 25% van de aandelen in TCISA aan [appellante 2] geleverd. In de akte van levering is vermeld dat de levering plaats vindt op grond van een koopovereenkomst tussen [appellante 2] en [Holding X], dat de koopsom € 50.000,- bedraagt en dat de koopprijs is voldaan.
3.1.11 Op 30 december 2009 heeft [geïntimeerde] een aan [appellant 1] en [Y] gerichte notitie opgesteld, waarin hij – kort gezegd – aangeeft na het skiseizoen met TCISA te willen stoppen omdat de bedrijfsresultaten zodanig zijn dat de continuïteit van TCISA niet is gewaarborgd, de schulden almaar oplopen en hij het niet meer kan opbrengen zoveel tijd en energie in het bedrijf te blijven investeren.
3.1.12 In een brief van 17 maart 2010 aan TCH en TCISA schreef [A] van ABN AMRO onder meer:
“Wij refereren aan ons terzake gevoerde bespreking van 16.03.2010 waarbij namens u de heer [geïntimeerde] en uw accountant [accountant] aanwezig waren.
Het gesprek vond mede naar aanleiding van de ontvangen jaarrekening 2009 plaats. De jaarrekening laat een fors verlies zien. Dit verlies wordt nader door [accountant] toegelicht. Het komt er op neer dat een deel van het verlies het gevolg was van een onjuiste verantwoording van de wintersportreizen 2009 die al in de omzet 2008 meegenomen zijn. Verder is de omzet van de skilessen in 2009 afgenomen.
Over de afgelopen twee jaar was er sprake van een gemiddeld verlies van ca. € 30.000,= per jaar. Deze negatieve ontwikkelingen hebben u doen besluiten de activiteiten te beëindigen en op zoek te gaan naar een koper. Er zouden op dit moment drie partijen zijn die interesse getoond hebben. Deze partijen zullen, zo liet u weten, waarschijnlijk vanwege de hoge huurprijs de activiteit niet op deze locatie voortzetten. Gezien de kosten welke het met zich meebrengt de baan te verplaatsen ( u begroot dit op ca. € 25.000,=) verwacht u niet dat de koper de hoogste prijs zal betalen. U streeft er naar de banen tegen de huidige boekwaarde (ca. € 100.000,=) te verkopen. In dat geval zou de bankschuld ingelost kunnen worden maar voor de overige crediteuren blijft in dat geval niets over. Dit zal uiteindelijk het faillissement van de vennootschappen tot gevolg kunnen hebben.
Zoals wij u in ons gesprek hebben laten weten zullen wij, naar aanleiding van deze negatieve ontwikkelingen, het aan u verstrekte kredietarrangement voor verdere afwikkeling aan Solveon Incasso B.V. overdragen. Zij zullen op korte termijn contact met u opnemen. Hierop vooruitlopend is uw kredietfaciliteit opgeschort en wordt er geen uitgaand betalingsverkeer meer toegestaan. (…)
3.1.13 . In een op 4 oktober 2010 door [geïntimeerde] namens TCH en TCISA ondertekende schriftelijke overeenkomst is de huurovereenkomst tussen deze partijen betreffende de skibaan per 1 oktober 2010 beëindigd.
3.1.14 In een op 4 november 2010 ondertekende schriftelijke overeenkomst is de huurovereenkomst tussen Warenhuis Vanderveen B.V. en TCH betreffende de bedrijfshal per 1 oktober 2010 beëindigd.