3.1 De rechtbank heeft in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.6) van voormeld vonnis een aantal feiten vastgesteld. Nu partijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen deze vaststelling, zal het hof in hoger beroep ook van deze feiten uitgaan. Mede gelet op hetgeen in hoger beroep is gesteld en niet dan wel onvoldoende is weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
3.1.1 [geïntimeerde] heeft een overeenkomst van aanneming van werk gesloten met [appellant] voor een door [geïntimeerde] nieuw te bouwen vrijstaand woonhuis met ingebouwde garage aan [adres] te [woonplaats]. [Architectenbureau] heeft een schetsontwerp gemaakt van dit huis. Naar aanleiding hiervan heeft [geïntimeerde] een technische omschrijving gemaakt, gedateerd 15 februari 2007, waarbij hij een prijsopgave heeft gedaan. Na een aantal wijzigingen in het ontwerp is uiteindelijk een prijs overeengekomen van € 205.000,- exclusief btw met een aantal meerwerk- en stelposten. [geïntimeerde] is eind augustus 2007 met de bouw begonnen. Oplevering heeft plaatsgevonden op 22 september 2008.
3.1.2 [geïntimeerde] heeft de volgende meerwerknota's gefactureerd aan [appellant]:
- factuurnummer [nummer] d.d. 25 juni 2009 ad € 25.242,58;
- factuurnummer [nummer] d.d. 1 juli 2008 ad € 3.860,32;
- factuurnummer [nummer] d.d. 1 juli 2008 ad € 558,91;
- factuurnummer [nummer] d.d. 1 juli 2008 ad € 5.691,06;
- factuurnummer [nummer] d.d. 8 oktober 2008 ad € 885,31;
- factuurnummer [nummer] d.d. 8 oktober 2008 ad € 1.072,45.
3.1.3 In oktober 2008 had [geïntimeerde] in totaal een bedrag van € 37.310,63 aan meerwerk gefactureerd, waarvan [appellant] een bedrag van € 7.500,- had betaald, zodat ter zake van meerwerk een bedrag van € 29.810,63 openstond.
3.1.4 Op 18 oktober 2008 heeft [geïntimeerde] een creditnota ad € 2.393,35 gestuurd aan [appellant]. In totaal stond daarna een bedrag van € 27.417,28 inclusief btw open. [appellant] heeft niet betaald, waarna [geïntimeerde] op 19 november 2008 [appellant] gesommeerd heeft het gefactureerde bedrag inclusief de daarover berekende rente alsnog te betalen.
3.1.5 Bij brief van 11 december 2008 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar (DAS rechtsbijstand) van [appellant] [geïntimeerde] aansprakelijk gesteld voor de door [appellant] geleden schade als gevolg van de niet tijdige oplevering van de woning.
3.1.6 [geïntimeerde] is tevens de aannemer die in 2002 de huidige woning van [appellant] aan [adres] te [woonplaats] heeft gebouwd.
3.1.7 Op 28 november 2008 hebben [ingenieur 1] (hierna: [ingenieur 1]) en [ingenieur 2] (hierna: [ingenieur 2]) een inspectierapport ter zake van de balkonconstructie van de woning aan [adres] uitgebracht. Dit rapport luidt, voor zover thans van belang, als volgt:
"Ontwerp balkonconstructie.
Deze houtconstructie is door Ingenieursburo [ingenieur 1] en [ingenieur 2] B.V. geprofileerd en berekend in het jaar 2001. (…)
De voorgeschreven houtkwaliteit van de draagbalken is LH30. Verder is voor zowel de houten balken als ook de hekwerken overeengekomen deze voor montage te impregneren. De detaillering is door de aannemer verzorgd.
Bevinding balkonconstructies.
Een aantal verticale spijlen ontbraken en deels zaten deze los ter plaatse van de bevestigingen t.g.v. houtrot. Ook bij de bevestiging van de balusters was houtrot opgetreden en het hekwerk niet meer veilig te noemen. Verder is geconstateerd dat bij de hoofddraagbalken, de secundaire liggers en de ondersteuningsregel hiervan op diverse plaatsen door houtrot zijn aangetast. De houten hoekkolom en de dekdelen vertonen geen houtrot verschijnselen.
Conclusie.
De veiligheid van de houten balkonconstructie voldoet niet meer aan de daarvoor gestelde eisen.
Advies balkonconstructies.
Wij adviseren u de gebreken aan de aannemer te melden met het verzoek deze op kort termijn te herstellen."
3.1.8 Op 15 december 2008 heeft [ingenieur 1] een inspectierapport ten aanzien van de woning aan [adres] uitgebracht ter zake van de trasraamconstructie. Dit rapport luidt als volgt:
"Ontwerp trasraamconstructie.
De houtskeletconstructie, de stalen liggers en kolommen en de funderingsconstructie is geprofileerd en berekend door Ingenieursburo [ingenieur 1] en [ingenieur 2] B.V. in het jaar 2001. De detaillering van de waterkering van het trasraam met de houten rabatdelen c.a. is door de aannemer verzorgd.
Bevinding trasraamconstructie.
Ter plaatse van de aansluiting van het halfsteens trasraam met de houten rabatdelen van de gevelconstructie zit geen waterkering. Tussen het halfsteens metselwerk en de rabatdelen zit een verlopende spleet. Het regenwater komt door de spleet achter het metselwerk van het trasraam en zal in geval van bevriezing het metselwerk naar buiten drukken.
Tevens zal dit aantasting van de houtskeletconstructie ten gevolge hebben. (houtrot).
Advies trasraamconstructie.
Wij adviseren u de gebreken aan de aannemer te melden met het verzoek deze op korte termijn te herstellen, (…)".
3.1.9 [appellant] heeft het huis aan [adres] verkocht en geleverd aan een derde, [de koper]. De eigendomsoverdracht heeft plaatsgevonden op 11 juni 2009.
3.1.10 Voorafgaand aan de eigendomsoverdracht heeft [de koper] een inspectie laten uitvoeren aan de woni[inspecteur]eur]. Het opnameverslag van [inspecteur] d.d. 10 juni 2009 vermeldt dat (onder meer) het volgende gebrek is geconstateerd:
"(…)
b. Het platte dak boven de woonkamer heeft onvoldoende afschot naar de dakafvoeren. Daardoor blijft water op twee grote vlakken van het dak staan, te weten ter weerszijden van de dakafvoer ter plaatse van de openhaard/schoorsteen (zie bijgevoegde foto's 1, 5 en 6).
Hersteladvies is het afschot met dakbedekking zodanig te wijzigen dat het water vrij kan aflopen naar de bestaande dakafvoer bij de openhaard/schoorsteen.
(…)"
3.1.11 Op 29 juni 2009 is op verzoek van de installateur van [appellant], [inspecteur 2], een inspectie/onderzoek gedaan naar de dakbedekking van het huis aan [adres] door [inspecteur 3] (hierna: [inspecteur 3]). [inspecteur 3] schrijft onder meer het volgende:
"(…)
ALGEMEEN INDRUK:
Het dak ziet er zeer rommelig uit en is ondeskundig aangebracht, verder hebben wij waargenomen dat er al meerdere lekkages hebben plaatsgevonden. Het reparen [het hof leest: repareren] is geen optie. Wij schatten de resterende levensduur in op maximaal
1 jaar.