ECLI:NL:GHARL:2013:BZ9249
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Benoeming van bewindvoerder over het vermogen van de rechthebbende
In deze zaak gaat het om de benoeming van een bewindvoerder over het vermogen van de rechthebbende, die in een zorgsituatie verkeert. De dochter van de rechthebbende maakt bezwaar tegen de benoeming van haar broer als tweede bewindvoerder. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 16 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep. De dochter, vertegenwoordigd door mr. M. Moszkowicz jr., betwist de geschiktheid van haar broer, die aanzienlijke schulden heeft, en stelt dat hij het familiekapitaal heeft geslonken. Het hof heeft echter geoordeeld dat de dochter onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claims. De rechthebbende en zijn echtgenote waren in staat om hun vermogensrechtelijke belangen te behartigen en de wet biedt voldoende waarborgen tegen misbruik door de bewindvoerder. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de zoon als bewindvoerder is benoemd, en heeft geen aanleiding gezien om de zaak opnieuw ter zitting te behandelen. De beslissing is gebaseerd op artikel 1:435 BW, dat de voorkeur van de rechthebbende volgt, tenzij er gegronde redenen zijn om daarvan af te wijken. Het hof concludeert dat de benoeming van de zoon tot bewindvoerder gerechtvaardigd is, ondanks de bezwaren van de dochter.