ECLI:NL:GHARL:2013:BZ8853
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kwalificatie VAR voor asbestverwijderaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, een asbestverwijderaar, tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem. Belanghebbende had op 11 augustus 2010 een aanvraag voor een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) ingediend, die door de Inspecteur op 16 augustus 2010 werd afgegeven als loon uit dienstbetrekking. Na bezwaar van belanghebbende werd de VAR gewijzigd naar resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row). Belanghebbende ging in beroep bij de rechtbank, die de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 21 augustus 2012 en 22 januari 2013 werd belanghebbende bijgestaan door zijn echtgenote en de Inspecteur was ook aanwezig. Belanghebbende voert aan dat zijn werkzaamheden als asbestverwijderaar moeten worden gekwalificeerd als winst uit onderneming (VAR-wuo) in plaats van VAR-row. Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende voor verschillende opdrachtgevers werkt, zelf zijn uurtarief bepaalt en het debiteurenrisico draagt. Dit wijst op een onderneming.
Het Hof oordeelt dat de werkzaamheden van belanghebbende terecht als winst uit onderneming moeten worden gekwalificeerd. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en de Inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. Het Hof bepaalt dat belanghebbende recht heeft op een VAR-wuo en dat de Inspecteur het betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 16 april 2013.