ECLI:NL:GHARL:2013:BZ8186
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- E.B. Knottnerus
- G.P.M. van den Dungen
- J.L. Smeehuijzen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vernietiging van algemene voorwaarden en arbitrageclausule in een geschil over vloerverwarming
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Arnhem van 20 juli 2011. [appellante] vorderde in eerste aanleg een veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling van € 61.225,- exclusief BTW, als gevolg van een tekortkoming bij de aanleg van vloerverwarming. [geïntimeerde] verweerde zich door te stellen dat de zaak onder de arbitrageclausule van de Algemene Leveringsvoorwaarden Installerende Bedrijven (ALIB 1992) valt, die bepaalt dat geschillen tussen installateur en opdrachtgever door de Raad van Arbitrage voor de Metaalnijverheid en -Handel moeten worden beslecht. De rechtbank oordeelde dat de ALIB 1992 van toepassing was en verklaarde zich onbevoegd om van de vordering kennis te nemen, wat leidde tot het verstekvonnis van 20 april 2011.
In hoger beroep heeft [appellante] twee grieven ingediend. De eerste grief betreft de onbevoegdheid van de rechtbank, terwijl de tweede grief zich richt tegen de vernietiging van het verstekvonnis. [appellante] heeft ook een beroep gedaan op de vernietiging van de ALIB 1992, omdat deze niet aan haar ter hand zijn gesteld, wat volgens artikel 6:234 BW een geldige reden is voor vernietiging. Het hof oordeelt dat [geïntimeerde] niet heeft weersproken dat de ALIB 1992 niet aan [appellante] zijn overhandigd, waardoor de vernietiging op goede gronden is ingeroepen.
Het hof concludeert dat de ALIB 1992 nooit van toepassing zijn geweest op de overeenkomst tussen partijen. Bovendien is [appellante] geen grote onderneming in de zin van artikel 6:235 lid 1 BW, waardoor het beroep van [geïntimeerde] op deze uitzondering niet opgaat. Het hof verwijst de zaak terug naar de rechtbank Arnhem voor verdere behandeling van de hoofdzaak, tenzij partijen anders wensen. De beslissing van het hof houdt in dat alle verdere beslissingen worden aangehouden en dat de zaak op 26 februari 2013 opnieuw op de rol komt voor uitlating door beide partijen.