ECLI:NL:GHARL:2013:BZ6151
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietige dagvaarding in hoger beroep met obscuur libel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 april 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een nietige dagvaarding. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.J. van Balen, had op 22 maart 2013 een appeldagvaarding ingediend, gericht aan de geïntimeerde, die niet verschenen was. Het hof oordeelde dat de appeldagvaarding gebrekkig was en verklaarde deze nietig. De appellant had meerdere vonnissen van de Rechtbank Noord-Nederland in hoger beroep willen aanvechten, maar de dagvaarding voldeed niet aan de vereisten van de wet. Het hof stelde vast dat de dagvaarding niet op de juiste wijze was uitgebracht, omdat de deurwaarder geen bewijs had geleverd dat de dagvaarding de geïntimeerde had bereikt. De appellant had geprobeerd de dagvaarding per post te bezorgen, maar er was geen brievenbus aanwezig op het opgegeven adres, wat de bezorging problematisch maakte. Het hof benadrukte dat de deurwaarder op andere manieren had kunnen proberen de dagvaarding te bezorgen. Daarnaast bevatte het exploot onduidelijkheden en was er sprake van een gebrek aan samenhang in de grieven. Het hof concludeerde dat de appeldagvaarding nietig was, omdat deze niet voldeed aan de wettelijke eisen en de geïntimeerde niet op de hoogte was gesteld van de procedure. De appellant kreeg de mogelijkheid om een nieuwe appeldagvaarding uit te brengen, waarbij het hof verwees naar artikel 63 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.