ECLI:NL:GHARL:2013:BY9978
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een schriftelijke overeenkomst inzake de overname van een onderneming en de verplichtingen van de koper
In deze zaak gaat het om de uitleg van een schriftelijke overeenkomst betreffende de overname van een onderneming, waarbij de appellant, [appellant], in hoger beroep is gegaan tegen een vonnis van de Rechtbank Leeuwarden. De overeenkomst, gesloten op 17 februari 2009, betreft de overname van Technisch Watersportcentrum B.V. (TWC) door [appellant] per 1 januari 2009. De centrale vraag in het geschil is of bepaalde facturen van handelscrediteuren voor rekening van de koper komen, en dit betreft met name de uitleg van artikel 5 van de overeenkomst. Het hof hanteert de Haviltexnorm, die stelt dat de uitleg van een schriftelijk contract niet alleen op de taalkundige betekenis van de bewoordingen mag worden gebaseerd, maar ook op de context en de bedoeling van partijen. Het hof overweegt dat de door de verkoper verdedigde uitleg van de overeenkomst in lijn is met de taalkundige betekenis van artikel 5, in samenhang met het overzicht van (handels)crediteuren per 31 december 2008. Het hof komt tot de conclusie dat de appellant gehouden is de facturen van 19 en 24 december 2008 en 6 en 15 januari 2009 te betalen, omdat deze facturen onder de overname vallen. De grieven van de appellant worden verworpen, en het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de appellant wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep.