Uitspraak
1.[appellant],
[appellanten],
de VvE,
1.Het geding in eerste aanleg
16 december 2009 en 24 februari 2010 van de rechtbank Leeuwarden, sector kanton, locatie Heerenveen (hierna: de kantonrechter).
2.Het geding in hoger beroep
- schriftelijk pleidooi van [appellanten];
- schriftelijk pleidooi van de VvE.
3.De feiten
"De leden zijn gehouden jaarlijks bij te dragen in de gemeenschappelijke exploitatiekosten,
4.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven
De verhuurdersbijdrage is bedoeld voor leden die hun recreatiewoning voor recreatieve doeleinden verhuren en daarbij gebruik maken van diensten van de beheerder van het park. Voor deze leden is destijds de zogenaamde "verhuurderspoule" in het leven geroepen. [appellanten] hebben in de periode 2007-2009 hun woning echter steeds zelf voor langere periodes verhuurd aan personen die tijdelijke woonruimte nodig hadden, zogenoemde langhuurders. Hierbij maakten zij geen gebruik van bemiddelingsdiensten van de beheerder, reden waarom zij ook uit de "verhuurderspoule" zijn gestapt. Weliswaar was verhuur buiten de beheerder om in strijd met de statuten, maar dit werd desondanks toegestaan door de VvE. [appellanten] stellen zich op het standpunt dat het onredelijk is dat zij het volledige bedrag van de verhuurdersbijdrage dienen te betalen, terwijl zij - anders dan de verhuurders voor recreatieve doeleinden - niet of nauwelijks gebruik maken van de diensten van de beheerder. Naar de mening van [appellanten] dienen zij te worden gelijkgesteld aan eigenaren die hun woning niet verhuren.
van de verhuurdersbijdrage afwijkendevergoedingen af te spreken. Het hof gaat dan ook voorbij aan de stelling van [appellanten] dat zij tevergeefs pogingen hebben gedaan om tot een (individueel) contract met de beheerder te komen, maar dat de beheerder, [beheerder], dit heeft geweigerd op grond van een door haar met de VvE gesloten overeenkomst, waarin het haar verboden werd om overeenkomsten met
derdenaan te gaan op het gebied van de exploitatie van het park en de verhuur van de daarop aanwezige recreatiebungalows (brief d.d. 3 februari 2008/ productie 2 bij conclusie van antwoord). De beheerder zou immers hoe dan ook geen lagere vergoeding voor haar diensten met [appellanten] hebben mogen afspreken.
De beheerder werkt vrijwel uitsluitend voor de verhuurderspoule, ontvangt boekingen, heeft contacten met touroperators, ontvangt gasten, is verantwoordelijk voor schoonmaak, bedlinnen, kleine en grotere reparaties, vult inventaris aan, doet controles, houdt spreekuur en kantoor op de receptie, is verantwoordelijk dat elke bungalow van de verhuurderpoule op elk moment in tip-topconditie is om seizoengasten te ontvangen, etc. [appellanten] maken geen gebruik van verhuur via bemiddeling van het parkbeheer en de receptie, de contracten van de VvE met de touroperator en diverse andere dienstverlenende bedrijven.
Voor zover de beheerderskosten e.d. in geval van verhuur in eigen beheer aan langhuurders al lager zouden uitvallen dan in geval van recreatieverhuur via de beheerder van het park, is dit naar het oordeel van het hof op zich ontoereikend om [appellanten] gelijk te stellen met een eigenaar voor eigen gebruik, althans om het heffen van de verhuurdersbijdrage jegens hen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te achten. Hierbij neemt het hof in aanmerking dat ook binnen de "verhuurderspoule" niet gedifferentieerd wordt tussen eigenaren die veel en eigenaren die weinig kosten ter zake van de verhuur en exploitatie van de woningen genereren, en voorts dat de VvE kennelijk voor de categorie eigenaren als [appellanten], die in strijd met de statuten hun woningen rechtstreeks zijn gaan verhuren aan langhuurders, geen afzonderlijk, lager tarief heeft willen vaststellen.
"Afspraken"staat onder meer het volgende vermeld:
"- voorstel bestuur, mbt bijdrage de vijf, met daarin duidelijk aangegeven welke diensten er door hen worden afgenomen en welk bedrag daarvoor gerekend moet worden (…)"