Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van de partneralimentatie na echtscheiding tussen de vrouw en de man. Het huwelijk van partijen is op 28 februari 2013 ontbonden. De vrouw, die momenteel arbeidsongeschikt is, heeft een verzoek ingediend om de bijdrage van de man in haar levensonderhoud te verhogen van € 880,- naar € 1.458,- per maand. De man heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om de alimentatie te verlagen en de duur van de onderhoudsverplichting te beperken tot vijf jaar. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van beide partijen in overweging genomen, waaronder hun financiële situatie, de behoefte van de vrouw en de draagkracht van de man. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw een behoefte heeft van € 1.678,- netto per maand, maar dat de man, rekening houdend met zijn draagkracht, in staat is om een bijdrage van € 1.204,- per maand te betalen. De grieven van de vrouw zijn deels afgewezen, terwijl de grieven van de man op bepaalde punten zijn toegewezen. De beslissing van de rechtbank is vernietigd en de alimentatie is vastgesteld op € 1.204,- per maand, met ingang van 28 februari 2013. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt.