Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie door de man, die in hoger beroep is gegaan tegen een beschikking van de rechtbank Arnhem. De man en de vrouw zijn de ouders van twee kinderen, geboren in 2000 en 2005, en hebben gezamenlijk het gezag over hen. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 600,- per kind per maand zou betalen, plus extra kosten voor kinderopvang. De man stelt dat de afspraken destijds zijn gemaakt met grove miskenning van de wettelijke maatstaven en dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, omdat hij opnieuw is getrouwd en een kind heeft gekregen uit dit huwelijk.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld en de grieven van de man besproken. De man betoogde dat de eerdere beschikking niet voldeed aan de wettelijke maatstaven en dat de behoefte van de kinderen niet correct was vastgesteld. Het hof oordeelde dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen en dat de afspraken die in 2009 zijn gemaakt, zijn gebaseerd op een zorgvuldig onderhandelingsproces. Het hof concludeert dat er geen sprake is van een wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de behoefte van de kinderen rechtvaardigt.
Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, wat betekent dat de man zijn verzoek tot wijziging van de alimentatie heeft verloren. De beslissing is genomen door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is op 19 december 2013 in het openbaar uitgesproken.