15.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 2] alias [alias medeverdachte 2] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 8 januari 2006 om 20.10 uur, pagina 48/35620A en 35620B:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 2]/[alias medeverdachte 2] = N.
N: (…) Wij gaan met jou zitten praten. Ik ga alleen maar aan jou 3, 4 personen geven. Wij gaan met jou een prijs afspreken. Jij moet dan alleen maar op die 4 personen oppassen. Daarna als jij op anderen let, zal ik je krijgen.
Z: Hoe?
N: Ik laat alleen maar 3, 4 personen aan jou zien. Jij moet dan alleen maar op hen letten.
Z: Abi, toen ik daar stond, gaf jij geld aan mij, zij gaven geen geld aan mij.
N: Ja, [medeverdachte 7] wil jou niet.
Z: Ik heb het tegen hem gezegd. Ik heb tegen [naam] gezegd. [naam] zei gisteren tegen mij: “als je wil kan ik wel met hen gaan praten”. Ik heb gezegd: “ik wil niemand. Ik sta vandaag hier voor mijn abi. Als mijn abi tegen mij zegt dat er hier 3, 4 personen zijn en of ik hier wil staan, doe ik dat voor hem. Ik doe geen werk meer voor [medeverdachte 7] abi. Toen ik hier weg ging, werd ik door een persoon geroepen die mij geld gaf omdat ik geen geld had en voor die persoon sta ik hier”.
N: Oke, [verdachte], ik bel je later.
Z: Moet ik nu gaan of niet?
N: Ga jij maar erheen en let op de meisje van [naam] en [naam].
Z: Ja.
16.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (wordt genoemd) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (zegt naam) van 1 oktober 2006 om 00.32 uur, pagina 48A/35986A-B:
[medeverdachte 3] = U en [verdachte] = Z.
U: Het meisje van [betrokkene 5] abi zou jou gisteren gebeld hebben.. . ze zou gezegd hebben van breng mij naar de taxi... heb je haar niet gebracht? Wat heb je gedaan?
Z: Ik heb haar niet gebracht abi!
U: Waarom? Hoezo?
Z: Heb haar niet gebracht! Ik zweer het je, je kunt het vragen. Bij [slachtoffer 1] waren er drie Engelsen, eentje heb ik naar buiten gewerkt.. die man zat te slaan.
(…)
Z: Ik heb het tegen de vrouw gezegd, er is stress.. zij zegt: “O heb je stress, oke geen probleem” en is zij gegaan. Wat moet ik doen? Ik kan mij niet in 30 stuks delen en ik ben ook geen inktvis... en tevens is het zo dat wat mij moe maakt is niet dinges, de klanten enzo... Die wegbrengen, deze wegbrengen, hierheen brengen, [getuige 2] naar [slachtoffer 3] brengen, [slachtoffer 1] naar de taxi brengen, [naam vrouw 2] wegbrengen, [naam meisje 7]/[naam meisje 7] naar de Bijenkorf brengen, [naam meisje 8] wegbrengen… dinges [alias slachtoffer 4] naar huis brengen.. . [alias slachtoffer 4] woont hier 3 á 4 straten verderop, stel dat er een probleem is bij [naam meisje 7]?... Begrijp je en later “[verdachte] was niet op tijd” het is niet op tijd komen maar ik breng iedereen naar huis...
17.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [alias verdachte] (stemherkenning) van 29 oktober 2006 om 20.28 uur, pagina 48A/35908A:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U.
Z: Hallo.
U: Ja.
Z: [alias medeverdachte 3] neem mij niet kwalijk dat ik je lastig val. . ik heb veel pijn in mijn voeten.
U: Wat is er aan de hand?
Z: Ik heb tot half negen gewacht broeder wat moet ik doen...
U: Heumm
Z: Tot half negen..
U: Nee toch! Op wie heb je als laatste gewacht?
Z: Op wie ik heb zitten wachten [naam], [naam meisje 7] en het meisje van [betrokkene 5] [naam meisje 8]. Ik ben pas om half negen gekomen en de zwellingen van mijn voeten zijn nog steeds niet afgenomen.
U: Wie is [naam meisje 8], meisje van [betrokkene 5]?
Z: Die van [betrokkene 5] toch, [naam meisje 8] [ntv]..
U: Ja.
Z: Ze zijn om half negen naar huis gegaan.. [betrokkene 2] was net wakker geworden, hij is ze komen halen. Ik heb nog niet geslapen. Ik lig als een blok.
U: Wat moeten we doen?
Z: Ik heb griep. Gisteren aan [betrokkene 2] het laten zien. Ik heb gezegd van [betrokkene 2] kijk zie je hoe mijn haren staan van de kou.. Je hoort mijn stem broeder heb ik gezegd. . ik heb niet eens 1 dag...[ntv].. Waarom laat je ze tot half negen hier mijn broeder heb ik gezegd.. Ja oke knijp je ogen een keer dicht zegt hij ([betrokkene 2]).. Hoe? Op welke wijze moet ik het volhouden heb ik gezegd?
U: Heummm.
Z: “[slachtoffer 1] wegbrengen, [naam vrouw 2] wegbrengen, [slachtoffer 3] wegbrengen, [naam meisje 3] wegbrengen, [naam meisje 8] wegbrengen.. mevrouw die van [bedrijf] naar de passage moet, die moet weggebracht worden.. Hoe moet ik dat redden broeder.. dan heb je toch geen voeten meer over, zelfs een beer zou er kapot aan gaan man.. Genade alsjeblieft!”.
U: Is goed, ik zal praten.
18.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [medeverdachte 1] (stemherkenning) van 29 oktober 2006 om 20.34 uur, pagina 48A/35909A:
[medeverdachte 1] = S en [medeverdachte 3] = U
U: Wat ik wilde zeggen is dat [alias verdachte] gebeld heeft.
S: Ja,
U: Zijn stem klonk heel slecht, hij is ook ziek.
S: Ja.
Hij zei van broeder ik heb kou gevat.. Hij zei tegen mij laat mij vandaag blijven, niet gaan.
S: Wat zei hij, blijven, niet naar het werk gaan zei hij?
U: Ja. Ik heb gezegd van dat ik het niet zou weten maar dat hij om 12 uur, 1 uur kan gaan beginnen.
S: Ja natuurlijk dat kan.
19.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) van 30 oktober 2006 om 23.38 uur, pagina 48A/35913 en 35914:
[medeverdachte 3] = U en [medeverdachte 1] = S.
U: Wat ik wilde vragen, de bodyguards werken die door de week van 7 tot 4 uur in de ochtend?
S: Zij hebben geen normale tijden.. niet meer..
U: Is het zo?
S: Wanneer de meisjes gaan dan gaat hij ook, je moet dat laten voor wat het is...
U: Ja.
(…)
U: [alias verdachte]... euhmn hij zei dat zij wel tot 6 uur in de ochtend blijven, tot 7 uur blijven ze ook wel door de week. Ik heb gezegd van het kan niet [alias verdachte].. Hij zweerde dat het zo was.. ik zei nog tegen hem van verwissel niet de weekeinden. . . Hij zei toen nee en zei van zeg het tegen REIS. .of hij op de hoogte is..
S: Nee ik ben niet op de hoogte.. dat ze doordeweeks zo lang blijven..
U: Hij zegt in de weekeinden ben ik tot 8 uur in de ochtend hier, in het weekeinde maakt het niet uit of ik hier om half negen hier ben.. hij vraagt of het door de week ook zo is.
S: Haa..
U: Ik heb [alias verdachte] gevraagd of hij niet in de war is... of hij de waarheid zegt. Hij heeft gezworen.
S: Welk meisje blijft daar?
U: Ik weet het niet abi, ik zal dat te weten komen en jou terugbellen..
S: Vraag het aan hem en we betalen hem ook dienovereenkomstig meer geld.. het is niet als vroeger..
U: Ik heb gezegd van ik weet het niet, Reis heeft het zo gezegd toen hij in Turkije was, normaal is het door de week van 7 tot 4 en in de weekeinde. .8 uur half negen moet je daar zijn heb ik gezegd..
S: ... we betalen dienovereenkomstig ook meer geld..
U: Hoe moet ik het zeggen.. wat moet ik nu zeggen abi..
S: We betalen dienovereenkomstig ook meer geld maar je moet wel even te weten komen welk meisje daar blijft, we zijn daar nieuwsgierig naar.
U: Zal ik zeggen mijn broer vraagt welke meisjes. zeg het maar.
S: Hij moet blijven., het is zoals altijd, hij moet gaan als het laatste meisje vertrokken is.
20.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 30 oktober 2006 om 23.41 uur, pagina 48A/36102A en 36102B:
U: Welke meisjes werken door de week zo lang?
Z: Ten eerste het meisje van [betrokkene 2] gegarandeerd.. 6 uur, 7 uur.. helemaal geen probleem, ik zit als een ezel te wachten.. Ze zitten mij aan te staren en zitten te lachen.. Daarna [slachtoffer 1] ook hetzelfde.. en ‘yenge’ (yenge = tante wordt de partner/echtgenote van een mannelijk familielid, vriend genoemd) gaat ook om 4 uur naar huis.. zij zegt van niemand is meer in de straat.. Kijk het is niet zo dat ik aan het klagen ben broeder. Ik ben alleen. Ik heb tot half negen in de ochtend hier zitten wachten. Geloof mij.
U: Hoe kan [slachtoffer 1] werken, dat kan niet dat [slachtoffer 1] werkt, misschien is het een keer voorgekomen.
Z: Ze heeft nu een andere kamer genomen. Ze werkte beneden, ze is nu naar nummer 50 gekomen, hier kan ze van 7 uur tot 7 uur werken.. Tot 7 uur in de ochtend. Ik.. geloof mij ik kan het niet meer aan ik ben 37 jaar oud.. als ik iemand bij mij zou hebben dat een van ons gaat en de andere blijft en dat we om de dag kunnen wisselen.. dat is ook niet zo. We hebben niemand aangenomen. Niemand zegt iets. Ik.. Ik zeg dit niet omdat ik ziek ben maar normaal door de weeks.. vrijdag en zaterdag zal ik tot 8 uur in de ochtend wachten en ik heb ook gewacht en ik heb altijd mijn woord gehouden..
U: Ik begrijp het.
Z: Maar zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag..
U: Nou oke.. wacht even we gaan het zo doen.. Reis (baas).. wist niet dat zoiets het geval was..
(…) Ik zal dan tegen Reis zeggen..euh..(…) Ik zal naar Reis een telefoonnummer sturen. Hij zal jou bellen en je zult dan met Reis spreken, is dat Oke. Is dat goed?
Z: Akkoord (…) Jij kunt praten met hem het is niet nodig dat ik het vertel..
U: Als ik praat dan gaat het niet.. Jij moet vertellen en zeggen van abi er komen voorvallen voor van zo en zo …”Abi ik wil alles voor jou doen maar als bepaalde dingen zo gebeuren..voor jou wil ik alles wel doen maar jij hebt in het begin tegen mij gezegd van zo en zo zal het gebeuren en later is alles langer gaan duren” moet je zeggen.. Ik blijf alleen over en ik zeg dan ook niets.. begrijp je moet je zeggen.. je moet het zo vertellen..
Z: We hebben in jouw woning gepraat, er waren 8 vrouwen, kun jij je herinneren?
U: Ja.
Z: Dat zal ik ook vertellen, er waren 8 vrouwen, we werkten met twee personen samen met [betrokkene 6], wij kregen met ons beiden 1000 lira. Ik krijg 500 lira en doe het werk van [betrokkene 6] en breng de meisjes ook weg.. ik doe het alleen.
U: Jij moet zeggen van ik vraag niet om geld..(…) mijn lichaam kan het niet aan. Ik breng de meisjes heen en weer en na een bepaald tijdstip verdraagt mijn lichaam het niet. Geloof mij abi moet je zeggen.
Z: Dank je wel voor je advies.
21.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 8 september 2006 om 01:36 uur, pagina 40/18403A:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U
Z: Zeg het maar?
U: Kijk eens, wat ik tegen jou wil zeggen, je moet even naar mijn meisje toegaan en onopvallend kijken of er iemand in de kamer is.
Z: Is goed mijn beste broeder.
21A.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 8 september 2006 om 01:40 uur, pagina 40/18404:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U.
U: Hallo?
Z: Zij is bezet.. bezet.
U: Oke maar kijk even.. ehh het is al 3 a 5 minuten dat ze binnen zijn.. hoeveel minuten later men naar buiten gaat en wat voor persoon naar buiten komt qua type.
Z: Is goed mijn beste broeder. Ik zal meteen kijken.
22.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 14 september 2006 om 00.49 uur, pagina 40/18407A:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U.
Z: zeg het maar broeder.
U: Wat ben je aan het doen?
Z: Goed dank Allah. Ik ben bij de brug.
U: Goed. Is mijn meisje bezet?
Z: Wacht, ik zal even kijken. Vermoedelijk, ja.
U: Kijk even wie daar naar buiten komt.
Z: Is goed broeder.
23.
Een tapgesprek tussen NN [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en NN [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) op 14 september 2006 om 00.57 uur, pagina 40/18408A:
[verdachte]: Hij is naar buiten gekomen, de man weet ook niet waarom ik zit te wachten.
[medeverdachte 3]: Goed.
[verdachte]: Het is een Amerikaan.
[medeverdachte 3]: Is het zo. Is goed.
24.
Een tapgesprek tussen [getuige 4] (de rechtbank begrijpt: [getuige 4]) en NN-vrouw op 11 februari 2006 om 19.27 uur, pagina 46E/22706:
A: Ik kan je nummer gewoon beter wissen (…)
(…)
Ja, want anders ik krijg alleen maar problemen (…) als je komt ik kan wel gewoon zo’n beetje door het raam maar ik kan echt niet meer bij je naar binnen want [alias verdachte] die vertelt ook alles (…)
NN: [alias verdachte] ik help hem nog weet je want hij kwam bij mijn deur want hij had een paar mensen in elkaar geslagen en ik liet hem binnen en dan zat hij op de wc te wachten tot hij weer weg kan, dan hielp ik hem en daarna gaat hij gewoon jouw vriend lopen bellen.
A: Ja maar dat zijn ze verplicht want anders wordt [alias verdachte] in elkaar geslagen.
(…)
Ik kan je nummer echt niet houden, ze ziet nou zelf dat hij overal achter komt (…) Maar ja, gelukkig heeft hij een vrouwenstem gehoord, dat jij het bent (…)
NN: Ja anders had je nog meer klappen gehad.
25.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 23 september 2006 om 02:06 uur, pagina 49/36127A-B:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 1] = S.
Z: Ik heb van twee vrouwen de dinges genomen, het geld en ik moet nog van twee nog ontvangen…heb je nog andere wensen abi?
S: Nee, je moet de lijst die [slachtoffer 1] aan jou heeft gegeven ophalen, hetgeen ik gezegd heb.
Z: Ze heeft mij geen lijst gegeven.. Begrijp me niet verkeerd ik ga naar de vrouwen toe en zij zeggen dan van moeten we het vandaag betalen, we hebben geen geld.. de zaken gaan niet goed.. Dit zeggen ze allemaal.
(…)
S: Maakt niet uit van [naam], je moet het van zijn meisje nemen. Luister, van het meisje van [betrokkene 2], [naam], van het meisje van [medeverdachte 6], die meisje in de passage [alias slachtoffer 4] of zoiets... Wie heb je verder daar [naam meisje 3] is vandaag niet aanwezig, die [naam meisje 4] is er niet.
Z: [naam meisje 3] is vandaag hier.
S: Is [naam meisje 3] aanwezig? Dan ook van haar vragen.. Van [naam meisje 3] moet je 130 nemen, is dat goed.
Z: Is goed.
26.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 6 oktober 2006 om 22:48 uur, pagina 49/36130:
[verdachte] = Z en [medeverdachte 3] = U.
Z: (…) Ik wilde zeggen.. ik ga straks bij de dames het geld inzamelen.
U: Ja..
Z: Kan ik mijn eigen geld pakken?
U: Ga maar eerst inzamelen.. Daarna bekijken we het wel.
Z: Zeg alsjeblieft niet ‘we bekijken het’.. Ik heb mijn vrouw beloofd.
U: ja oke man. Zamel het eerst maar in. Ik zeg enkel ‘daarna’ mijn beste.
Z: Oke ik zal straks beginnen met inzamelen. Oke broeder?
27.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 13 november 2006 om 19:24 uur, pagina 24/10813:
[medeverdachte 3] = U en [verdachte] = Z.
U: Er is nu een bodyguard gekomen. Naar de straat zal een bodyguard komen, ben jij in de straat?
Z: Ik ben in de straat.
U: Goed.. Hij zal samen met [slachtoffer 1] komen, dat je het weet je moet bij de jongen blijven.
Z: De jongen niet alleen laten, hij moet bij mij blijven.
(…)
Z: Hoe heet de jongen?
U: .. moet je met iedereen laten kennismaken.. Hoe heette hij [naam]?.. [naam].
Vanuit de achtergrond bij [medeverdachte 3] hoor je een derde persoon mompelen
Z: Is hij een Duitser?
U: Dinges.. Nee hoor een Turk, geen Duitser.. [naam], [naam].
Z: Oke is goed. Laat hem mij bellen als hij gekomen is.
U: Niet jou bellen, je moet weten dat hij met [slachtoffer 1] zal komen.
Z: Oke goed.
28.
Een tapgesprek tussen [medeverdachte 3] alias [alias medeverdachte 3] (stemherkenning) en [verdachte] alias [alias verdachte] (stemherkenning) van 15 november 2006 om 01.59 uur, pagina 24/10814:
[medeverdachte 3] = U en [verdachte] = Z.
U: heb jij gisteren niet aan de jongen de meisjes niet laten zien.
Z: Ik heb ze allemaal laten zien.. Alleen [naam meisje 3] en [naam meisje 7]/[naam meisje 7] (fonetisch) waren er niet en die twee heb ik vandaag laten zien. Ik heb ze allemaal laten zien en daarna heb ik op een papier geschreven die en die zijn daar.
U: Waarom doe jij zo [alias verdachte], een keer kom je naar je werk en dan weer niet?
(…)
U: Reis zegt, vrijdag is zijn laatste dag.
Z: Is geen probleem..
[medeverdachte 3] vraagt waarom [verdachte] zoiets gedaan heeft. [verdachte] vertelt dat hij sinds 3 maanden aan een stuk door heeft gewerkt zonder een dag vrij te krijgen. Hij was ziek en toen heeft hij vrij gekregen een dag.
Z: Ik heb aan de vriend alle meisjes getoond.. hij weet hun allen.
U: Tot vrijdag hem leren en wat je nadien gaat doen moet je zelf weten.. uitrusten of in bed blijven liggen.. Wat ik ook tegen Reis zeg... hij heeft mij nu drie vier keer gebeld en mij gevraagd of ik het heb gezegd... ik kan niets meer zeggen.. Jij moet maar een maandje gaan uitrusten.
Z: is goed.
29.
Het proces-verbaal van bevindingen van 20 november 2006, pagina 49/36150, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op zaterdag 18 november 2006 te 01.30 uur stelde ik, [verbalisant 3], inspecteur van politie, dienstdoende bij Wijkteam Beursstraat, een onderzoek in. Naar aanleiding hiervan verklaar ik het volgende.
Op genoemde datum en rond genoemd tijdstip kwam ik op de [adres], ter hoogte van perceel [nummer], de ambtshalve mij bekende [verdachte] tegen. [verdachte] verklaarde dat de man die bij hem liep hem ging opvolgen als bodyguard op de Wallen. De man die bij hem liep overhandigde mij een Duits identiteitsbewijs voorzien van het nummer [nummer], welke te naam was gesteld van [medeverdachte 9].
Betrokken
Naam : [verdachte] (man)
Voornamen : [verdachte]
Geboren te : [geboorteplaats]
Geboren op : [geboortedatum]
Geboorteland : Turkije
(…)
Betrokken
Naam : [medeverdachte 9] (man)
Voornamen : [medeverdachte 9]
Geboren te : [geboorteplaats]
Geboren op : [geboortedatum]
Geboorteland : Bondsrepubliek Duitsland”