In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Zutphen tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland. De rechtbank had eerder de aanslag rioolheffing voor een garagebox van belanghebbende vernietigd. De heffingsambtenaar stelde dat de garagebox een zelfstandig perceel is dat indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, en dat de aanslag dus terecht was opgelegd. Belanghebbende betwistte dit en voerde aan dat de garagebox niet direct op de riolering is aangesloten en dat zij al als eigenaar van een appartement in het complex voor de afvoer van hemelwater wordt aangeslagen.
Tijdens de zitting bij het Hof op 16 oktober 2013 werd vastgesteld dat de garageboxen in het appartementencomplex zelfstandig eigendom zijn en dat de eigenaren lid zijn van de Vereniging van Eigenaren. Het Hof oordeelde dat de garagebox als een zelfstandig perceel moet worden beschouwd volgens de gemeentelijke verordening. Het Hof concludeerde dat de heffingsambtenaar terecht de aanslag had opgelegd, omdat het hemelwater van het dak van het appartementencomplex via een regenpijp op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het Hof vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond.
De uitspraak van het Hof heeft ook gevolgen voor de aanslagen voor de jaren 2011 en 2012, die onder dezelfde voorwaarden zullen worden behandeld. De beslissing werd op 19 november 2013 openbaar uitgesproken, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.