Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: betrokkene,
kantoorhoudende te Vortum-Mullem, gemeente Boxmeer,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
De dochter en de zoon zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
In haar derde grief verzoekt betrokkene subsidiair, indien het hof de curatele in stand laat, een andere curator te benoemen.
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat voldoende gebleken is dat de huidige curator niet op goede wijze het curatorschap heeft uitgeoefend en dat dientengevolge sprake is van een ernstig verstoorde verstandhouding tussen de curator en betrokkene. Nu aldus sprake is van een gewichtige reden voor ontslag van de curator, zal het hof het subsidiaire verzoek van betrokkene toewijzen en een andere curator benoemen.
5.6 In de onder 2.3 genoemde brieven heeft mr. Scheffer namens betrokkene verzocht om bij instandhouding van de curatele niet (meer) haar zus mevrouw[A] als nieuwe curator te benoemen, maar een geheel andere curator.
Het hof zal dan ook een onafhankelijke derde persoon als curator benoemen en betrokkene in de gelegenheid stellen zich vóór 1 december 2013 uit te laten over een nieuw te benoemen curator en een bereidverklaring van deze nieuw te benoemen curator als bedoeld in
artikel 1:385 BW juncto 1:280 aanhef en onder b BW in het geding te brengen.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.