Uitspraak
[appellant],
BJZ.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
.De ouders van [appellant] zijn, alhoewel behoorlijk opgeroepen, zonder kennisgeving daarvan niet verschenen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot gesloten jeugdzorg voor een jeugdige, aangeduid als [appellant]. De jeugdige staat sinds 24 maart 2005 onder toezicht van Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJZ), met de laatste verlenging tot 24 maart 2014. Op 2 mei 2013 werd een machtiging tot gesloten jeugdzorg verleend voor drie maanden, maar het verzoek om een langere machtiging werd aangehouden. De kinderrechter heeft op 31 juli 2013 een beschikking gegeven waarin de machtiging tot gesloten jeugdzorg werd verleend tot 2 november 2013, wat door [appellant] in hoger beroep werd aangevochten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 oktober 2013 heeft [appellant], bijgestaan door zijn advocaat mr. Th.P.M. Moons, zijn bezwaren tegen de beschikking toegelicht. Hij stelde dat hij in zijn thuissituatie verder kan werken aan zijn problemen en dat er geen gevaar is dat hij zich zal onttrekken aan de zorg. BJZ daarentegen betoogde dat voortzetting van de gesloten plaatsing noodzakelijk is, gezien het zorgelijke gedrag van [appellant] en zijn eerdere onttrekkingen aan hulpverlening.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de gronden voor opneming en verblijf in een gesloten jeugdzorgvoorziening nog steeds aanwezig zijn. Het hof oordeelde dat de ontwikkeling naar volwassenheid van [appellant] ernstig belemmerd zou worden zonder de gesloten plaatsing, en dat hij zich zou onttrekken aan de noodzakelijke zorg. De beslissing van de kinderrechter werd bekrachtigd, en het verzoek van [appellant] om de duur van de gesloten plaatsing te beperken werd afgewezen.