Uitspraak
HET GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Locatie Leeuwarden
Beschikking in de zaak van
de man,
[geïntimeerde],
de vrouw,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake de wijziging van de kinderalimentatie. De appellant, de man, heeft in eerste aanleg verzocht om de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 9 januari 2013 te vernietigen, waarin zowel zijn als de verzoeken van de vrouw tot wijziging van de alimentatie zijn afgewezen. De man verzocht om de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen met ingang van 20 september 2012 op nihil te stellen en de bijdrage over de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 september 2012 te bepalen op hetgeen hij feitelijk aan de vrouw heeft voldaan. De vrouw heeft het verzoek bestreden en verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren of zijn verzoek af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat er na de eerdere beschikking een wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden, wat een hernieuwde beoordeling rechtvaardigt. De man heeft zijn baan in loondienst opgezegd om fulltime voor zijn eigen onderneming te werken, maar zijn bedrijfsresultaten waren teleurstellend. De vrouw betwist dat de man niet in staat is om zijn oude inkomen te genereren en stelt dat hij onvoldoende heeft aangetoond dat zijn inkomensverlies niet voor herstel vatbaar is.
Het hof oordeelt dat de man niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet kan terugkeren naar zijn oude functie en dat zijn inkomensverlies voor herstel vatbaar is. Daarom wordt de eerdere beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de man zijn oude inkomen moet blijven aanhouden voor de beoordeling van zijn onderhoudsverplichting. De kosten van het geding worden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.