Uitspraak
de moeder,
[de vader],
de vader,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats van drie minderjarige kinderen. De moeder had de kinderen zonder toestemming van de vader meegenomen naar Suriname, waar zij inmiddels geworteld zijn. De vader had in eerste aanleg verzocht om teruggeleiding van de kinderen naar Nederland, maar het hof oordeelde dat de kinderen, gezien hun jonge leeftijd en de tijd die zij in Suriname hebben doorgebracht, inmiddels in dat land zijn geworteld. Het hof benadrukte dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat een terugkeer naar Nederland een traumatische ervaring voor hen zou zijn. De moeder had in juni 2011 de kinderen meegenomen, wat het hof als onjuist gedrag van haar kant beschouwde, maar de huidige situatie van de kinderen in Suriname woog zwaarder. Het hof vernietigde de eerdere beschikking van de rechtbank en bepaalde dat het hoofdverblijf van de kinderen bij de moeder blijft. Tevens werd de moeder verplicht om de vader intensief te betrekken bij beslissingen die de kinderen aangaan, en het hof moedigde aan tot het onderhouden van contact tussen de vader en de kinderen. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof wees het meer of anders verzochte af.