In deze zaak gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige], die 24 uur per dag medische zorg en toezicht nodig heeft. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft het hof verzocht de beschikking van de kinderrechter van 17 april 2013 te vernietigen, waarin de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] zijn verlengd. De moeder heeft in hoger beroep haar verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling ingetrokken, maar blijft zich verzetten tegen de machtiging tot uithuisplaatsing.
De minderjarige, geboren uit een huwelijk tussen de moeder en de vader, heeft een ernstige medische aandoening die speciale zorg vereist. Sinds januari 2011 verblijft zij in een kinderhospice, omdat de ouders niet in staat zijn om de benodigde zorg te bieden. De kinderrechter heeft eerder al verschillende machtigingen tot uithuisplaatsing verleend, die telkens zijn verlengd. De moeder heeft in het verleden wel meegewerkt aan de zorg, maar heeft op 18 februari 2012 haar dochter tegen het advies van de behandelaars meegenomen, wat leidde tot een zorgmelding.
Het hof heeft de situatie van de moeder en haar vermogen om voor [minderjarige] te zorgen beoordeeld. Ondanks de betrokkenheid van de moeder en de bijzondere band met [minderjarige], concludeert het hof dat de moeder momenteel niet in staat is om de noodzakelijke zorg te bieden. De moeder heeft geen adequaat netwerk in Nederland en beheerst de Nederlandse taal niet goed genoeg om in noodsituaties adequaat te kunnen handelen. Het hof oordeelt dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de veiligheid en zorg van [minderjarige].
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd en het hoger beroep van de moeder afgewezen. De kwetsbaarheid van [minderjarige] en de noodzaak van continue zorg maken dat een terugkeer naar de moeder op dit moment niet verantwoord is. Het hof heeft de Stichting aangespoord om te blijven zoeken naar mogelijkheden voor herstel van contact tussen [minderjarige] en haar moeder.