In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Metso Minerals (Dordrecht) B.V. tegen Hemos B.V. inzake de afwijzing van buitengerechtelijke incassokosten door de kantonrechter. De kantonrechter had in een vonnis van 5 februari 2013 de vordering van Metso Minerals tot betaling van € 300,- aan incassokosten afgewezen. Metso Minerals had in eerste aanleg gevorderd dat Hemos zou worden veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 1.725,92, inclusief incassokosten en wettelijke rente. Hemos is in eerste aanleg niet verschenen, waardoor verstek is verleend.
In hoger beroep heeft Metso Minerals de grieven tegen het vonnis van de kantonrechter ingediend, waarbij de focus lag op de afwijzing van de gevorderde incassokosten. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter ten onrechte had geoordeeld dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing was, aangezien de vordering betrekking had op een factuur die vóór de inwerkingtreding van het Besluit in verzuim was. Het hof heeft de feiten zelfstandig vastgesteld en geconcludeerd dat de vordering van Metso Minerals niet onrechtmatig of ongegrond was.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd voor zover het de afwijzing van de incassokosten betreft en heeft Hemos veroordeeld tot betaling van € 300,- aan incassokosten. Tevens is Hemos veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 762,21 aan verschotten en € 316,- aan salaris van de advocaat. Het arrest is gewezen op 22 oktober 2013 door de rechters K.E. Mollema, J.H. Kuiper en H. de Hek.