Uitspraak
[appellant],
Savannah,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De feiten
3.De vordering en beoordeling in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven
grief 1verwijt [appellant] de kantonrechter, dat zij heeft aangenomen dat Savannah belang had bij haar vordering. Savannah heeft volgens hem geen noemenswaardige schade geleden en zij heeft hem pas geruime tijd nadat hij zijn verklaringen had afgelegd aangesproken: ruim zeven maanden na zijn mededelingen aan [X] en bijna twee jaar na zijn gesprekken met 'de instanties'.
grieven 2 tot en met 8betwist [appellant] dat hij in strijd met het geheimhoudingsbeding heeft gehandeld en dat het beding ook gold na het einde van de arbeidsovereenkomst. Voor zover dat al anders is, is overtreding hem niet toe te rekenen omdat sprake is van overmacht. Voorts is het beroep op het beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Ten onrechte is aangenomen welk belang Savannah bij het beding had, en dat zij schade heeft geleden. Volgens [appellant] staat de opgelegde boete niet in verhouding tot de eventuele schending van het beding.
zowel gedurende de dienstbetrekking als daarna"van het onder 2.3 weergegeven beding blijkt dat [appellant] zich ook na ommekomst van zijn dienstverband bij Savannah diende te onthouden van openbaarmaking van de in dat beding bedoelde informatie.
De beslissing