Uitspraak
1.[appellant 1],
[appellanten],
1.[geïntimeerde 1]
[geïntimeerden],
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
Onderhanden werk:
grieven I en IIIen de daarop gegeven toelichtingen is uitgewerkt, slechts de strekking heeft om de vraag ter beoordeling aan het hof voor te leggen of het onderhanden werk in de jaarrekening is verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de binnen de accountancy bestendige gedragslijn en algemeen aanvaarde beginselen van accountancy. Als dat zou komen vast te staan, dan zou niet zijn voldaan aan de garantie dat die jaarrekening getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte en samenstelling van het vermogen, de financiële positie per 31 augustus 2006 alsmede de grootte van het resultaat van de vennootschap over de periode 1 januari 2006 tot en met 31 augustus 2006 weergeeft. De balans zou dan ook niet zijn opgesteld met inachtneming van een bestendige gedragslijn, de wet en van de in Nederland algemeen aanvaarde accountancybeginselen.
grief IIbetogen, op de eisende partijen de stelplicht en bewijslast rust van feiten en omstandigheden die hun vordering kunnen dragen - dat wil zeggen, van hun stelling dat de begroting van het onderhanden werk in de genoemde jaarrekening niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Zij beroepen zich immers op de rechtsgevolgen van de in hun ogen geschonden garantie van artikel 6:13 van de overeenkomst. [geïntimeerde 2] bestrijdt dat als volgt.
de grieven.I, II en III. Grief IV, die ziet op de proceskostenveroordeling, deelt hetzelfde lot.