Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van het hoger beroep
grief Idat de rechtbank de feiten in het tussenvonnis niet compleet en niet geheel juist heeft weergegeven. Nog daargelaten dat niet concreet wordt aangegeven welk(e) feit(en) de rechtbank dan ‘niet geheel juist’ en ‘niet compleet’ heeft vastgesteld, ontbreekt het belang bij de grief omdat het hof hiervoor, zoals hem ook vrijstaat, de feiten zelfstandig heeft vastgesteld.
grief IIwordt erover geklaagd dat de rechtbank in rov. 2.5. van het tussenvonnis als feit heeft vastgesteld dat de taxateurs op 17 augustus 2009 het erover eens waren ‘dat het eerder vastgestelde schadepercentage van 28 gehandhaafd kon worden.’ Dat is volgens [appellante] onjuist omdat de taxateurs het erover eens waren dat de zichtbare schade op het moment van de hertaxatie op 17 augustus 2009 een percentage van 28% bedroeg, dat de mogelijkheid bestond dat de aantasting niet verder zou toeslaan, in welk geval het schadepercentage 28% bleef, en dat als de inwendige aantasting zou doorzetten het schadepercentage fors zou kunnen oplopen. De grief kan niet slagen, omdat juist is dat de beide taxateurs op 17 augustus 2009 het schadepercentage hebben vastgesteld op 28%. Dat zij daarnaast in het taxatierapport achter ‘Bijzonderheden’ de onder 3.9 en 3.10 weergegeven opmerkingen hebben vermeld, maakt dat niet anders.
grieven III tot en met VIIIwordt naar de kern genomen door [appellante] betoogd dat, gelet op de door haar aangevoerde argumenten, het beroep van [geïntimeerde] op de bindendheid van het bindend advies – dat wil zeggen de hertaxatie van [taxateur 3] van 25 augustus 2009 – naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Deze grieven lenen zich derhalve voor een gezamenlijke behandeling. [appellante] beroept zich in dat verband op de volgende, in de memorie van grieven sub 53. samengevat weergegeven, hoofdargumenten, in onderling verband en samenhang te bezien:
LJN: ZC2427 kunnen alleen ernstige gebreken in de beslissing gebondenheid eraan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar maken. De omstandigheid dat de Hoge Raad met zijn arrest van 18 april 2008 ‘het arrest van het Hof Arnhem in stand heeft gelaten’ (memorie van grieven sub 49/50) doet niet af aan de juistheid van deze, tot terughoudendheid nopende, maatstaf.
nietaangenomen, integendeel:
Grief IXdeelt hetzelfde lot.