Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het procesverloop
Staatsblad2012, 313)
2.Aanduiding van het geschil
3.De motivering van de beslissing
LJN: AL8610).
LJN: ZC2574).
De stelling van [verzoeker] dat het eerdere deskundigenonderzoek niet voldoet aan de daaraan redelijkerwijs te stellen eisen van zorgvuldigheid en deskundigheid waardoor de bevindingen uit dat onderzoek niet bruikbaar zijn in de hoofdprocedure, is - wat daar ook van zij - in dit stadium van de procedure naar 's hofs oordeel van onvoldoende gewicht om thans tot het oordeel te komen dat [verzoeker] tot nadere bewijslevering door middel van een voorlopig deskundigenbericht moet worden toegelaten, zeker nu de beslissing in de hoofdprocedure dientengevolge de nodige vertraging op zal lopen. Het is thans aan de kamer die de zaak in de bodemprocedure behandelt, om te beoordelen of zij zonder verdere bewijslevering tot een beslissing kan komen dan wel dat zij aan één der partijen een bewijsopdracht wil verstrekken of voorlichting door middel van een nader deskundigenbericht noodzakelijk acht.
11 april 2013 in bijzijn van de griffier.