ECLI:NL:GHARL:2013:715

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 februari 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
D 200.025.430-01 5 februari 2013
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake schadevergoeding na ongeval met betrekking tot carrièreontwikkeling

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 februari 2013, gaat het om een hoger beroep inzake schadevergoeding na een ongeval dat invloed heeft gehad op de carrière van de appellante. De appellante, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Elmers, heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen de Stichting Antonius Ziekenhuis, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.V. van Ophem. Het hof heeft in een eerder tussenarrest van 24 juli 2012 overwogen dat er nadere informatie nodig is over diverse schadeposten voordat er een beslissing kan worden genomen over de mogelijkheid van een comparitie van partijen.

De appellante heeft op 2 oktober 2012 een akte met producties ingediend, waarop de geïntimeerden hebben gereageerd met een antwoordakte. Het hof heeft vastgesteld dat er aanzienlijke meningsverschillen bestaan tussen partijen over de vraag hoe de carrière van de appellante zich zonder het ongeval zou hebben ontwikkeld. Dit is een cruciaal punt in de zaak, aangezien het hof moet oordelen over de redelijke verwachtingen van de carrièreontwikkeling van de appellante.

Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten, met als doel een minnelijke regeling te bereiken. Echter, voordat dit kan plaatsvinden, moet de appellante zich uitlaten over twee door de geïntimeerden ingebrachte stukken. De zaak is daarom naar de rol verwezen voor akte uitlating producties door de appellante. Het hof heeft tevens bepaald dat de procesdossiers niet zullen worden geretourneerd aan de partijen, gezien de omvang van de dossiers. De verdere beslissing is aangehouden tot het volgende (tussen)arrest, waarin het hof naar verwachting zal oordelen over het geschilpunt en de comparitie van partijen zal gelasten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.025.450/01
(zaaknummer rechtbank Leeuwarden 77423 / HA ZA 06-596)
arrest van de eerste kamer van 5 februari 2013
in de zaak van
[appellante],
wonende/gevestigd te [woonplaats 1],
appellante in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde(n) in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg eiseres,
hierna:
[appellante],
advocaat: mr. M. Elmers, kantoorhoudend te Brielle,
tegen:

1.[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats 2],
2.
Stichting Antonius Ziekenhuis,gevestigd te Sneek,
geïntimeerden in het principaal hoger beroep,
appellanten in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg gedaagden,
hierna:
[geïntimeerden],
advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudend te Leeuwarden.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 24 juli 2012 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Ingevolge het vermelde tussenarrest heeft [appellante] op 2 oktober 2012 een akte met producties genomen.
1.2
Daarna hebben [geïntimeerden] een antwoordakte met producties genomen.
1.3
Vervolgens zijn de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.
1.4
Gelet op artikel CIII van de Wet herziening gerechtelijke kaart (
Staatsblad2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden.

2.De verdere beoordeling

2.1
In het genoemde tussenarrest heeft het hof overwogen dat het, alvorens te beslissen of een comparitie van partijen zal worden gelast, over nadere informatie dient te beschikken betreffende diverse schadeposten.
2.2 [appellante] heeft in haar akte veel informatie verschaft. [geïntimeerden] hebben op die informatie gereageerd. Het hof zal een comparitie van partijen gelasten die bedoeld is om tot een minnelijke regeling te komen. Het hof stelt vast dat partijen op tal van punten van mening verschillen. Dat hoeft op zichzelf niet in de weg te staan aan een minnelijke regeling. Betreffende de vraag hoe de carrière van [appellante] zich zonder ongeval zou hebben ontwikkeld, liggen de standpunten van partijen echter wel erg ver uit elkaar. Het is dan ook de vraag of een minnelijke regeling kan worden verwacht zonder dat het hof zich inhoudelijk over dit geschilpunt heeft uitgelaten.
2.3
Het hof zal dan ook eerst oordelen over de vraag hoe, naar redelijke verwachting, de carrière van [appellante] zich zonder ongeval zou hebben ontwikkeld. Vervolgens kan bij de comparitie van partijen worden uitgegaan van dit oordeel van het hof.
2.4
Omdat [appellante] zich nog niet heeft kunnen uitlaten over twee door [geïntimeerden]
ten aanzien van dit geschilpuntin het geding gebrachte stukken, zal het hof [appellante] daartoe eerst in de gelegenheid stellen. Om die reden wordt de zaak naar de rol verwezen voor akte uitlating producties door [appellante]. De akte mag alleen benut worden voor een reactie op deze overgelegde producties.
2.5
In een volgend (tussen)arrest zal het hof naar verwachting over genoemd geschilpunt oordelen en een comparitie van partijen gelasten.
2.6
Gelet op het feit dat de procesdossiers inmiddels zeer omvangrijk zijn geworden, zal het hof de procesdossiers niet retourneren naar partijen. Bij het volgende arrest zal recht worden gedaan op de stukken die het hof onder zich houdt, welke stukken zullen worden aangevuld uit het griffiedossier met de door [appellante] te nemen akte.

3.De beslissing

Het gerechtshof:
verwijst de zaak naar
de rol van dinsdag 5 maart 2013voor akte uitlating producties aan de zijde van [appellante];
bepaalt dat de procesdossiers van partijen niet zullen worden geretourneerd;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mrs. K.E. Mollema, voorzitter, J.H. Kuiper en H. de Hek en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag
5 februari 2013 in bijzijn van de griffier.