Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Noord/kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard. De zaak betreft de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2008, waarbij belanghebbende een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 41.492 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 363 had. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur het belastbare inkomen uit werk en woning verlaagd tot € 38.221 en het inkomen uit sparen en beleggen tot nihil, maar de boete bleef staan op € 226. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld, waarbij hij stelt dat de aanslag onjuist is en dat zijn verzamelinkomen verlaagd moet worden naar € 10.719. De Inspecteur heeft het standpunt ingenomen dat de aanslag correct is opgelegd en dat de rechtbank de uitspraak terecht heeft bevestigd.
Tijdens de zitting op 20 augustus 2013 is belanghebbende niet verschenen, ondanks een uitnodiging. Het Hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de stellingen van belanghebbende over zijn inkomsten en de toepassing van de hardheidsclausule. Het Hof concludeert dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij ondernemer was voor de inkomstenbelasting en dat hij niet heeft voldaan aan de vereiste aangifte. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de Inspecteur de aanslag niet verder heeft verminderd. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.