Uitspraak
[appellante],
de moeder,
[belanghebbende 1],
[belanghebbende 1].
[belanghebbende 2],
de vader.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beschermingsmaatregelen voor [belanghebbende 1], een meerderjarige met een ernstige verstandelijke beperking. De moeder van [belanghebbende 1] had in eerste aanleg verzocht om ondercuratelestelling, maar de rechtbank had dit verzoek afgewezen en in plaats daarvan een bewind en mentorschap ingesteld. De moeder was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep.
Het hof heeft vastgesteld dat [belanghebbende 1] niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen te behartigen en dat hij 24/7 verzorging en begeleiding nodig heeft. De moeder heeft deze zorg in de thuissituatie geboden en [belanghebbende 1] volgt dagbesteding om zijn zelfstandigheid te vergroten. Het hof heeft de argumenten van de moeder overwogen, die stelde dat curatele meer rechtsbescherming biedt dan bewind en mentorschap, vooral gezien de ernstige geestelijke handicap van [belanghebbende 1].
Het hof heeft echter geconcludeerd dat de combinatie van bewind en mentorschap voldoende bescherming biedt voor [belanghebbende 1]. De wetgever heeft met de introductie van onderbewindstelling naast curatele de rechter de mogelijkheid gegeven om een maatwerkoplossing te bieden. Het hof heeft benadrukt dat de keuze tussen deze maatregelen niet alleen afhangt van de mate van geestelijke beperking, maar ook van de specifieke omstandigheden van het geval.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de moeder niet in haar verzoek om ondercuratelestelling werd gevolgd. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de beschermingsmaatregelen in het belang van de betrokken meerderjarige.